De kracht van Overgave

30 mei 1999
7 minuten leestijd
307 gelezen

Hij zit op de bank een boek te lezen en die harde muziek, waar ik hoofdpijn van krijg als ik er te lang naar luister, via een koptelefoon te beluisteren. Zijn gezicht is jong, de uitdrukkingen erop ken ik eigenlijk niet. Zijn ogen glijden van de bladzijden de kamer rond, dan weer terug naar het boek. Iets in zijn houding zegt me dat hij niet geconcentreert leest en ik voel me schuldig.

Toen hij binnenstapte met een grote weekendtas, een rugzak en een verdacht rinkelende boodschappentas, hebben we elkaar eerst een half uurtje wat onwennig op zitten nemen over een paar koppen koffie aan de eettafel. De eerste knuffel mislukte en bezorgde me een pijnlijke grote teen. Maar brak ook het ijs. We lachten en een half uur later lag ik over zijn schoot, incasseerde de straf die ik in de dagen daarvoor al op het irc voor kleine vergrijpen verzameld had. Het eindige in een huilbui. De eerste van vele dat weekend.

Opluchting omdat ik leerde dat bdsm niet onverbrekelijk verbonden is aan Ice Tease. Dat ik genieten kan en mag zonder dat zijn handen me naar extase leiden. En een gevoel van heimwee omdat het niet zijn ogen zijn die me dwingen, het niet zijn mond is die mijn lippen zoekt.

Het gevoel van thuiskomen als V. de boeien om mijn polsen en enkels sluit is overweldigend. Het gerinkel van de ketting die mijn armen en benen aan elkaar bindt, doet de rest. Voorzichtig laat ik me onderdompelen in het gevoel van onderdanigheid. Tot mijn verbazing en pijn blijf ik aan de oppervlakte zweven. Het is maar een wankele balans die ik daar heb gevonden. Zijn stem trekt me er telkens opnieuw weer uit en het kost me veel energie en concentratie vermogen om te blijven waar ik ben.

Ineens flitst het gezicht van Ice Tease door mijn gezichtsveld. Zijn ogen die even op me rusten. De blik waarmee we duizend woordenloze begrippen uitwisselden. Mijn voeten en handen beginnen op hetzelfde moment te slapen, te tintelen. Ik krijg kramp in mijn rug en een knoop in mijn buik.

 

Op mijn verzoek maakt V. me los en ik stel voor iets te eten te gaan halen. Als ik in de kast opzoek ga naar een kledingstuk, valt mijn hoofd als vanzelf zachtjes tegen de deur en de stille tranen vloeien weer. Verwoed wrijf ik ze van mijn gezicht en trek de grote, zwarte omslagdoek uit de kast. Wikkel me er in. Zijn armen omsluiten me en even later lig ik opgekruld in de doek op het bed. Zijn vingers strelen door mijn haar en langzaam doezel ik weg.

Als ik wakker word, hoor ik hem rommelen in de keuken en trekt de geur van eten langzaam door het huis. We drinken een glas wijn bij de pasta. Kletsen met de armen om elkaar heen. De kaarsen op de schoorsteenmantel herinneren me aan de grote kaars die Ice Tease en ik brandden op het balkon en even denk ik dat ik de wierook kan ruiken. Later in bed word ik een paar keer wakker. Slaapdronken vraag ik me een beetje bozig af wat dat vreemde mannenlijf naast me in mijn bed doet.

 

De volgende dag lijkt het beter te gaan. Een voorzichtige kus groeit uit tot een lange, diepe kus en wat later trekken we de gordijnen in de slaapkamer weer dicht. Zijn stem fluistert me opwindende woordjes toe. Vingers die plagen en knijpen. Kettingen die me binden. Ik lig klaar voor de Meester om gebruikt te worden naar zijn inzichten en ben me alleen nog maar bewust van mijn onderdanigheid. Als zijn lichaam zich uiteindelijk over het mijne beweegt, schieten mijn ogen ineens open. In de glimp zonlicht die door een kier van de gordijnen te voorschijn komt zie ik ineens Ice Tease aan het voeteneinde van het bed staan. Wijdsbeens. Van top tot teen in zwart leer gehuld. De sluiting van zijn jack een beetje open. Een metalen ketting nonchalant om zijn hals. Die half plagende, half liefkozende glimlach rond zijn mond. En ik breek.

 

Ik leg V. uit dat ik me vergist heb. Ik ben niet toe aan een nieuwe Meester. God, ik betwijfel of ik er ooit aan toe zal zijn. Vertel dat ik wel vrienden wil zijn. Ook best wil spelen als de stemming er is. Maar niet onder deze insteek. Ik wil geen ander op de plek van Ice Tease. Alle herinneringen waarvan ik dacht dat ik ze diep had weg gestopt op een plekje waar ze geen pijn meer zouden doen, vliegen weer in een vrije vogelvlucht door mijn hoofd. Ik wil wegkruipen waar niemand me meer vindt. Ergens schuilen en niet bewegen tot de pijn wegtrekt. Nooit meer bewegen.

 

Hij begrijpt het wel. Begrijpt het veel beter dan ik zou willen. In zijn stem hoor ik nog steeds hoop. Ik heb niet de moed om hem die te ontnemen. Ik geef toe dat ik ook niet weet wat de toekomst voor mij, voor ons in petto heeft. Maar ik weet het wel. Er is geen ons. Als vrienden ja, als minnaars, geliefden, als Meester en sub, nee, die toekomst is er niet. In me gilt het: ‘ Is dit hoe Ice Tease voor mij voelde? Oh God laat dat niet waar zijn.’

Warme vriendschap gemengd met irritatie, onbehagelijkheid en een voortdurend gevoel op je tenen te lopen omdat het niet die ene persoon is? Verbeten probeer ik die gierende gedachte buiten te sluiten maar ik weet dat nu ik de gedachte heb toegelaten, dat gevoel me nog heel lang bij zal blijven.

 

We gaan boodschappen doen. Het telefoontje van Ravenclaw dat hij en tasja komen eten is een opluchting. Een poosje later kan ik me koesteren in de afleiding die twee lieve vrienden meebrengen. Gezellige gesprekken. Grapjes over en weer. Samen rijst eten. Wat voorzichtige spelletjes. Het geluid van klappen uit de serre die tot ons doordringen in de kamer. V.’s handen die met me spelen. Tot de deurbel gaat en we giechelend allemaal onze kleding in orde maken om de eerste bezoeker voor cafe gigi binnen te laten. We borrelen. Praten. Het is gezellig. Het tweede deel van de avond praten we engels omdat een amerikaanse internet vriend langs komt. Diep in de nacht gaan de laatste mensen naar huis. De rest crasht in de kamer op luchtbedden of banken.

 

In bed ketent hij mijn armen boven mijn hoofd. Ik zucht toestemmend. Zijn handen glijden voorzichtig over mijn lichaam. Veel te voorzichtig naar mijn zin. Als zijn vingers beginnen te knijpen laat ik merken dat veel lekkerder te vinden. Zachtjes en een beetje hees vraag ik om meer pijn. Lachend noemt hij me heksje en bedient me op mijn wenken. Ik kronkel, kreun en geniet, zonder ook maar in de buurt te komen van de trance die ik subbiespace noem. Het verschil is enorm. Zonder te fantaseren dat ik hier machteloos en overgeleverd lig aan iemand is de pijn haast niet aanvaardbaar. Het lijkt in niets op de droomtochten die ik maakte met Ice Tease. En toch is het fijn. Anders. Deze keer geen tranen, geen flitsen. Alleen maar de vervulling van een primitieve behoefte.

 

Het daglicht van de zondagochtend is een beetje troosteloos. Het goedemorgen ontlokt me een slaperig gegrom. Ik draai me op mijn buik, mijn armen boven mijn hoofd en mijn benen suggestief gespreid. Het duurt niet lang voor ik zijn vlakke hand op mijn billen voel. Maar een te harde tik maakt me goed wakker en een beetje chagrijnig krul ik me op mijn zij. Ik mis.

 

Als de laatste mensen de deur uit zijn zinken V. en ik op de bank. Ik nestel me tegen zijn borst en vraag me verwonderd af hoe ik aan de ene kant me prettig kan voelen onder zijn liefkozingen en gezelschap en aan de andere kant zo zeker weet dat ik niet verder met hem wil. Maar het is me toch zo zonneklaar. Mijn instincten liegen nu eenmaal niet. Ik houd van hem als van een lieve vriend. Het alles overheersende gevoel van een stralende wereld, de tintelingen door mijn hele lijf, het verlangen, de vreugde alleen maar omdat die ene mens bestaat, dat allemaal is er niet. Er is veel, maar het is niet genoeg.

 

Als hij mijn mening vraagt over de aankondiging die hij wil gaan doen over mijn collaring als zijn eigendom, schiet ik vol. Aarzelend, naar woorden zoekend leg ik hem uit dat het er niet in zit. Dat we vrienden kunnen zijn. Dat ik blij ben om hem in mijn leven te hebben. Dat we zelfs kunnen bdsm-en als we er alletwee voor in de stemming zijn. Maar ik blijf van mezelf. Hij neemt het goed op. Begrijpt het. Geen boos woord. Geen blijk van teleurstelling. Alleen maar vol begrip voor mij. Het maakt het voor mij niet makkelijker. Het is een geschenk van hem aan mij. En ik ben er dankbaar voor. Maar voel me er ook schuldig onder.

 

Mijn ogen glijden naar de foto van Ice Tease. Mijn overgave aan hem was ook een geschenk. Bepaalde giften laten zich niet ruilen of teruggeven. Je moet gewoon wachten tot ze slijten. Ik kan alleen maar bidden dat er geen levenslange garantie aan verbonden is. De kracht van overgave…

 

Meest gelezen

DigiGigi
Vorig artikel

De tranen voorbij

DigiGigi
Volgend artikel

Heksenkind