Het is al rond de lunch als we eindelijk wakker worden en constateren dat het een zonnige dag beloofd te worden. Even overwegen we om naar het naaktstrandje te gaan maar besluiten dan dat het balkon waarschijnlijk veel warmer en comfortabeler is. We grinniken naar elkaar, wetend dat we alle twee bedoelen dat er veel meer bdsm-mogelijkheden in en rond het huis zijn dan op het strandje met publiek. Koffie, ontbijt en een douche later koester ik me in de zon terwijl hij achter de computer zit. Nog onverwacht komt hij buiten met een brede grijns, twee setjes papieren in zijn hand en een pen.
Ongemakkelijk kijk ik hem aan. Durf ik dit nog steeds? Dat ik het wil, daar heb ik geen enkele twijfel over. Maar of ik het durf?
Ik ben niet bang om me over te geven aan hem. Maar ik ben oh zo bang dat ik hem zal teleurstellen. Dat het licht in zijn ogen als hij naar mij kijkt zal doven. Bang voor zijn pijn als dat gebeurd. Niet voor de mijne. Ik maak wat quasi plagende opmerkingen over wel of niet tekenen en ik weet dat hij dwars door me heen kijkt. Rustig observeert hij me en ineens weet ik het. Dat ik mezelf kan vertrouwen omdat hij me vertrouwt. Omdat ik hem zo volledig vertrouw.
Met snelle pennenstreken teken het contract. Eerst het ene, dan het andere. Hij zet zijn handtekeningen onder beide en legt de papieren terzijde. Staart me even doordringend aan. Zegt dan in een beetje donkere, beetje dreigende stem: “Ga staan.” Inwendig bibber ik terwijl ik hem gehoorzaam. Als ik voor hem sta komt hij ook overeind en trekt mijn hoofd naar zich toe aan mijn collar. Hij slaat zijn armen om me heen en fluistert ‘dank je wel’ tegen mijn mond.
Terwijl ik vecht tegen mijn ontroering flitst er iets achter zijn hoofd. Ik wordt gevangen in de schoonheid van het visioen en even lijkt het of ik loskom van de aarde en in zijn armen zweef. Dat gezicht heb ik nog maar twee keer eerder gezien. Ik noem haar de Goddess en voor mij staat ze symbool aan de moeder van de aarde. Deze keer geen boze, afkeurende blik maar een lieve, wetende glimlach om haar mond. Het lijkt of ze uren naar me kijkt maar ik weet dat het slechts een fractie van een seconde is. Even is het heel stil in mij. Zo mooi. Zo vreselijk mooi.
Hij knijpt zachtjes in mijn tepels en trekt me achter zich aan de woonkamer binnen. Het schreeuwt protesten in mijn hoofd maar nog volledig gevangen in de macht van het visioen kan ik hem niet waarschuwen, niets zeggen. Ik ga mee op de automatische piloot en kijk vanuit een hoek van de kamer naar mezelf en naar wat hij met mijn lichaam doet. Ik voel de touwen aan mijn boeien, verwelkom de duisternis als hij mijn hoofd bedekt met zwarte stof. Mijn gedachten dwalen weer af en nauwelijks bewust van waar ik ben komt de klap uit het niets.
De pets galmt door in een duizendvoudige echo. In mijn maag begint een zwarte bal te gieren en te groeien en ik probeer de stuiterbal te vangen. Maar de boeien lijken me tegen te houden en ineens geef ik me over aan de volledige paniek. Ik worstel tegen de boeien, kronkel en spartel als een bezetene en pas als ik zijn stem een beetje boos een bevel hoor blaffen, “stil, NU”, kom ik weer een beetje tot mezelf. In zijn armen snik ik door en herwin langzaam mijn zelfbeheersing. Veilig zijn staat synoniem aan zijn armen.
Hij laat me los en zinkt in de stoel tegenover me. Hij heeft me niet losgemaakt en hoewel een beetje verdrietig, ben ik diep van binnen blij dat hij niet toegeeft aan de opwelling om me los te maken die ik in zijn warmte voelde. Hier moet ik even door heen. Alleen. Hij observeert me en ik zie de bezorgdheid in zijn ogen. Ik probeer te glimlachen terwijl mijn ogen de lucht zoeken en als stille tranen over mijn wangen druppen, maakt hij me los en brengt me naar het balkon. Geborgen in zijn armen laat ik me verwarmen in de zon en even later lijkt het gebeuren een lang vergeten herinnering. Het gezicht van de Goddess staat me nog steeds helder voor de geest en ik weet dat het een paar uur zal duren voordat ik weer in mijn ritme ben en deze ervaring ook met hem, mijn Meester, kan delen.