Strafpunten en tafels

30 april 1999
3 minuten leestijd
324 gelezen

Hij wil een stukje naar de mailinglist schrijven. Vraagt of ik nog moet plassen, drinken of roken voordat hij me aan het balkon ketent. Met mijn armen boven mijn hoofd, enkelboeien samengeklikt lig ik op mijn rug in de zon. Ik glimlach naar hem als hij zich omdraait en het balkon verlaat, tevreden en met het voornemen eens lekker lui weg te zinken in dagdromen.

 

Maar ik vind geen rust. Ongedurig draai ik binnen mijn beperkte bewegingsvrijheid. Hij heeft het raam van zijn werkkamer opengezet zodat hij me kan horen als ik zou roepen. Mijn vingers spelen met de gesp die mijn boeien bijeenhoudt en ik weet dat ik mezelf met een snelle beweging los kan maken. Mijn oog valt op de grote tafel die fronticaal voor zijn raam staat en ik betreur het dat hij er niet aan heeft gedacht om me daar op vast te binden. Ik heb er een hekel aan om alleen gelaten te worden.

 

Ik wurm aan de gesp en maak mezelf los. Hij hoort het en staat al naast me voordat ik aan mijn benen toe ben. “Hey wat is dit nu?” Geen boosheid, wel bezorgdheid. Met een schok realiseer ik me dat dit nu niet de handigste move was na het voorval van eerder. Zo ondermijn ik het vertrouwen tussen ons maar helemaal eerlijk zijn en zeggen dat mijn voorkeur naar de tafel uitgaat durf ik ook niet. Inwendig vervloek ik al die remmingen en vraag me af hoe veel meer tijd het me gaat kosten voordat ik dat gedeelte van ons contract ook helemaal naar eer en geweten kan nakomen. Ik weet dat ik het later op zal biechten en mezelf op z’n minst een strafpunt heb bezorg. Ondertussen mompel ik iets over te warm in de zon, wat niet bezijden de waarheid is, het is alleen niet de hele waarheid.

 

Hij wil me naar beneden sturen om uit de berging de ventilator te halen maar bedenkt dat een geboeide en halfnaakte slavin misschien niet zo’n goed idee is in het flatgebouw waar hij woont. Ik ben hem dankbaar om die reden en omdat hij me nu de gelegenheid verschaft om mezelf op die tafel te installeren zonder dat hij er getuige van is.

 

Zodra ik de voordeur hoor, spreid ik de slaapzak op de tafel en leg er een kussen op. Liggend op de tafel kan ik precies in zijn werkkamer kijken en ik grijns wat voor me uit. Ik weet dat hij geen woorden nodig heeft om dezelfde mogelijkheden van de tafel te zien en draai me van mijn rug op mijn buik om te kijken wat comfortabelere is. Ik buig mijn knie�n en tik mijn billen aan met mijn hakken op de te korte tafel. Ligt lekker, kan ik lang volhouden bedenk ik. Zo wacht ik op hem, aan de buitenkant lijkt het alsof ik weg lig te doezelen, binnenin racen allerlei gedachten door mijn hoofd.

 

Als hij terugkomt met de ventilator draai ik me niet om. Hij komt naast me staan en zegt iets. Ik heb geen idee wat hij zegt, luister naar zijn bewegingen en hoor hoe hij wegloopt, gerinkel en voel hem even later achter me. Hij trekt me aan mijn benen omlaag tot mijn onderlichaam bijna de rand van de tafel raakt. Ik grijns wat voor me uit en antwoord bevestigend als hij me vraagt of ik nog goed lig zo. Binnen mum van tijd zijn mijn handen aan de tafelpoten gebonden en als ik het ijzer door mijn boeien voel schuiven moet ik denken dat er veel waars schuilt in het engelse gezegde ‘great minds think alike”. Verrukt voel ik hoe hij de bondage afmaakt en dan naar binnenloopt. Het kraken van zijn bureaustoel en onze blikken kruisen elkaar. Plagend legt hij drie wasknijpers op het kozijn van het open raam en ik kreun.

 

Hij gaat verder met zijn mail. Ik hoor het tikken van zijn vingers op het keyboard. De stiltes. Ik staar in het raam, zie de weerspiegeling van mijn naakte lijf in het glas en af en toe zijn ogen. Iedere blik van hem die ik onderschep voert me dieper in mijn verlangen naar overgave en ik smelt weg onder hitte van de zon op mijn lijf, de wind van de ventilator tussen mijn benen en op de vleugels van mijn gedachten.

 

Meest gelezen

DigiGigi
Vorig artikel

Het contract

DigiGigi
Volgend artikel

En plein public