Dualiteit

8 september 2001
3 minuten leestijd
310 gelezen

SB belde op het moment dat ik mijn ogen open deed en aan haar dacht. Gisteravond hadden we zo half en half afgesproken om samen naar de Noordermarkt te gaan. Maar beiden hadden we niet zo veel zin vandaag. Zij vanwege het weer, veel wind en regen, en ik, omdat ik niet echt iets nodig heb. Ik heb nog zeker twaalf ongelezen boeken in huis, – het snuffelen naar tweedehands boeken is mijn voornaamste reden om naar de markt te gaan-, en bovendien had ik geen trek om MR tegen het lijf te lopen. Ik kan me t� levendig voorstellen hoe dat gaat, en word op voorhand misselijk van de gedachte aan zijn zoetgevooisde stem die er op uit is om me opnieuw in de hoek te manipuleren waar de klappen gaan vallen.

De tijd van terrasjes op zaterdag lijkt sowieso ten einde te zijn, en ergens ben ik blij dat de herfst haar intrede doet. Ik heb minder behoefte om de deur uit te gaan, en nestel me weer behaaglijk in huis, met mijn boeken, kaarsen en wierook. Ik houd er van, dat het vroeg donker is �s avonds. Op de ��n of andere manier voel ik me in de herfst en winter veiliger, dan in het voorjaar en in de zomer. Ik vermoed dat het mijn oerinstincten zijn, die me parten spelen. Als ik kijk naar de jaarfeesten (sabbats), dan vind ik het niet zo verwonderlijk dat ik me veiliger voel tegen de tijd dat ik Shamain voel te naderen, dan tegen de tijd dat Beltane haar intrede doet. Ik leef meer met mijn hoofd in de lucht, dan met mijn voeten op aarde, en waar Shamain en de hele herfst- en winterperiode voor mij een tijd van bezinning, overdenking en leerprocessen zijn, is het vruchtbaarheidsfeest voor mij feitelijk een veel te aardse aangelegenheid, hoewel ook ik niet ontkom aan de ritmes van de maan en de loop van de natuur.

Soms wens ik me, tien jaar ouder te zijn, en de invloed van de biologische klok afgenomen. Het lijkt me verrukkelijk om niet langer onderhavig te zijn aan de grillen van mijn hormonen. Ik maak me sterk, dat een deel van die aandrang niet verantwoordelijk is voor de gecompliceerde relaties waar ik telkens in beland. Volgens mij is veel daarvan te herleiden naar een hele simpel stukje biologie waar geen mens aan ontkomt; de drang om zich voort te planten en de soort in stand te houden. Ik herinner me, dat JW me jaren geleden, toen ik pas begon als groepsbegeleider voor verstandelijk gehandicapten, me eens iets zei, dat ik me altijd ben blijven herinneren, en mezelf tijdens conflicten met mensen telkens opnieuw voorhoud: �Beschaving, normen en waarden zijn niet meer dan de kledingstukken van de mens, daaronder zijn hun reacties net zo primitief en instinctief als van welk zoogdier ook.� Misschien komen zijn woorden in essentie wel overheen, met hetgeen ik zelf vaak zeg: �Alles wat een mens doet, zegt, denkt of voelt is terug te herleiden naar �fwel Angst, �fwel Liefde. Het is de kunst om Angst te verslaan, en de Liefde toe te laten. Dat is een levenstaak in zichzelf.�

Ik erger me er aan, dat ik, terwijl ik toch geen kinderen wil, me toch moet onderwerpen aan zoiets primitiefs als mijn lusten. Het is net alsof mijn hoofd niet kan bevatten dat mijn lichaam soms een eigen leven leidt. Ik krijg die twee maar niet echt in balans als het om seksualiteit gaat. Soms lijkt het me beter, om het onderdeel seks maar helemaal uit mijn leven te schrappen, maar daar slaag ik nooit in. Er komt altijd weer een moment waarop ik iemand ontmoet en de magie toeslaat. Daar ontstaat dan zo een dualiteit in mijn geweten, want hoewel ik weet dat ik weer in een levensles stap die met een oud patroon heeft te maken en me dus kan voorbereiden op een paar hoge pieken en daarna verduveld diepe dalen, staat mijn levensfilosofie me ook niet toe om me om te draaien en weg te lopen. Ik moet mijn pad volgen, omdat ik nu eenmaal in lotsbeschikking geloof, en ik kan ook niet ontkennen, dat ik van iedere ervaring alleen maar sterker, krachtiger, wijzer en milder ben gegroeid.

En nu ik iets ouds heb weggegooid en de vruchten van deze levensles kan plukken, – en och, wat heb ik veel geleerd over afwijzing en mijn reacties daarop-, weet ik dat ik de ruimte heb geschapen om iets nieuws toe te laten. De vraag is niet �f, maar wanneer en wie.

 

Meest gelezen

DigiGigi
Vorig artikel

Koffie verkeerd

DigiGigi
Volgend artikel

Lawaai en warmte