Uch! Ik heb gesproken.

26 november 2001
3 minuten leestijd
361 gelezen

Op de fiets naar huis, een bijzonder productieve werkdag achter me latend, verbaasde het me, hoe winters koud de lucht voelde, na de lauwe regen van de afgelopen dagen. Aan de lantaarnpaal aan de overkant van de straat stond de rode Kronan van JH. Daar had die ook gestaan toen ik gisteravond laat uit het caf� kwam, en zijn fiets stond er nog steeds toen ik deze ochtend de deur uitging. Een paar uur later zag ik hem het slot open maken en wegtrappen, terwijl ik mijn droogrek aan het vullen was met schoon en nat wasgoed. Hij keek niet ��n keer naar boven.

Dat is ongetwijfeld ��n van de grotere nadelen wanneer je minnaar ook je buurman is. Je weet al gauw meer van zijn doen en laten dan goed voor je is. Het steekt om te merken dat hij zijn eigen, eenzame bed verkiest boven het mijne, en het kost moeite om je niet verontachtzaamd te voelen. Het zou fijner zijn wanneer hij al zijn vrije tijd poppelend van verlangen voor mijn huisdeur door zou brengen. Maar zo is het niet. En zo zal het ook nooit worden.

Ik heb besloten dat de uitstekende seks en de gezellige, gestolen uurtjes met JH niet opwegen tegen het ongemakkelijke en onrustige wachten en afwachten. Af en toe leuk, lief en lekker gevonden worden vind ik niet genoeg. Ik wil altijd leuk, lief en lekker gevonden worden, ongeacht hoe veel of hoe weinig tijd ik met de minnaar van mijn keuze verbreng. Nu voel ik me al te vaak een aangenaam tijdsverdrijf voor iemand die enkele, abuisievelijk ingeslopen, blanco uren in zijn agenda ontdekte.

JH zegt me wel, dat ik voor hem geen tussendoortje ben, maar in de overdracht daarvan is hij bijzonder slecht. De eerlijkheid gebied me te zeggen, dat de charmes van JH voor een deel hun oorsprong vinden in de wijze waarop hij de goede dingen op de juiste momenten weet te zeggen. Ergens weet ik altijd dat ik gepaaid word. Als hij in de buurt is, vind ik het heerlijk om gepaaid te worden, maar een paar dagen nadien, als de opgetogen roes mijn beminde lijf heeft verlaten, begint de twijfel weer toe te slaan.

Ik vermoed dat veel mannen, JH inclusief, het idee hebben dat hun minnaressen in dienst van hun agenda en hun grillen staan. Wat mij betreft is niets minder waar. In vroegere tijden was het gebruikelijk dat een ma�tresse werd onderhouden. Het was een ruilhandel; een lusthof in ruil voor financi�le zekerheid, luxe en een maatschappelijke positie. En in de loop der eeuwen is er zo veel niet veranderd. Want iedere man, die denkt dat de ma�tresse van anno 2001 genoegen neemt met een flesje rode wijn en een paar uurtjes fysiek genoegen op zijn voorwaarden en in zijn tijd, komt bedrogen uit.

Zij wil wel de lusten maar niet de lasten. Voor haar financi�le zekerheid heeft ze hem niet nodig; ze is een sterke en onafhankelijke vrouw die haar eigen boterham met beleg verdient, en ze koestert haar vrijheid. De man die meent aanspraak op haar te kunnen maken, doet er beter aan haar bij voortduring het hof te maken. Want dat is wat ze wil in ruil voor wat ze geeft. Ze verlangt naar amoureuze ontmoetingen, bezoeken aan concerten en voorstellingen en romantische soupers. Ze wil verrast worden met bloemen, boeken, parfum en lingerie. Tussen haar post vindt ze kaarten, brieven en uitnodigingen waaruit blijkt dat hij aan haar denkt. Het onderhouden van een minnares kost misschien veel minder geld dan in vroegere eeuwen, maar het kost wel veel inspanning en moeite om haar tevreden te houden.

De onzin dat ma�tresses altijd maar zitten te wachten op wat aandacht en geen enkel rechten hebben ten aanzien van de man, moet maar eens uit zijn. Een man die meent dat hij naast zijn levenspartner ook nog ruimte heeft voor een minnares, die behoort dat waar te maken. Of er anders niet aan te beginnen.

Uch! Ik heb gesproken.

 

Meest gelezen

DigiGigi
Vorig artikel

Verliefd?

DigiGigi
Volgend artikel

Parijs