Bad News

24 september 2002
5 minuten leestijd
351 gelezen

Ik was in het echt net zoals op het internet. Vond hij. En hij, hij was dat niet. De foto’s die hij stuurde, waren van jaren geleden. Er stapte geen jongen mijn kamer binnen, maar een man. Een jongensachtige man, maar toch een man. Met een leuke kop en een aanstekelijke grijns. Quasi nonchalant gekleed in een overhemd met een scherp gepunte kraag, daarover een gestreepte sweater en in een lichte broek, die zijn lange benen en zijn billen strak omsloot. Een lekker ding, dat zo van een modeplaatje mijn heksenhol binnenwandelde.

Hij bleek onderhoudend. En niet het type dat op visite gaat zitten. Zijn tweede drankje schonk hij zelf in. Toen ging ook de trui uit, en zijn � door mij tot dusver onopgemerkt gebleven stropdas -, er achteraan. Om zijn linkerhand draagt hij een ring. Een trouwring, zoals hij me na een minuut of tien vertelde. Hij is dus nog meer gedoe, dan ik al vermoedde.

 

Hij overviel me met die mededeling. Noch uit onze gesprekken, online of aan de telefoon, noch uit zijn emails, heb ik enige hint op kunnen pikken dat hij getrouwd is. Of dat hij twee kinderen heeft. Ik was niet boos. Wel teleurgesteld. Niet om het feit op zichzelf. Dat hij niet vrij is, dat wist ik al. Ik vind het gewoon niet fair, dat hij me een keuze heeft onthouden door me niet alle informatie te geven.

 

Toen TZ na onze ontmoeting en na onze eerste avond samen, pas een aantal dagen later op de proppen kwam met het feit dat hij al vijftien jaar HIV+ was, voelde ik een soort gelijke teleurstelling. Ik wist het al, omdat ik het van PH had gehoord, die zich bezorgd om mij maakte. Toen was ik ook niet boos. Bovendien maakte het toen niet uit. Ik was verliefd op TZ vanaf het moment dat ik hem ontmoette, en niets had me bij hem weg kunnen houden. En in zijn situatie kon ik begrip op brengen voor het feit, dat hij de keuze had gemaakt om op de tweede afspraak met dat beladen gegeven op de proppen te komen, en niet al op de eerste date.

 

Maar voor HvdV kan ik niet echt begrip opbrengen. Waarmee ik bedoel dat ik zijn overwegingen wel begrijp, maar ik vind ze laakbaar. Ik had hem, eerder deze week, verteld, dat ik aarzelde om hem te ontmoeten, omdat ik niet nog eens in de positie terecht wil komen waarin ik verliefd ben op een man, waarvoor ik niet op de eerste plaats kom. Hij suste dat in slaap, door me te vertellen dat hij zijn getrouwde vriendin, van wie hij veel houdt, maar heel weinig ziet. Dat was het moment om me te vertellen dat hij ook getrouwd is, en kinderen heeft. Ik voel me gemanipuleerd, en willens en wetens in een situatie gebracht, waarin ik niet terecht had willen komen.

 

Het was haast berekenend. Ik was totaal overdonderd, en hij vuurde razend snel en voortdurend een combinatie van vragen (Ben je boos? Ben je teleurgesteld? Wil je dat ik weg ga?) en complimentjes (Ik vind je leuk. Je bent mooi. Ik vind het gezellig. Ik voel me thuis) en verhalen en anekdotes op me af, waardoor ik geen grip meer kreeg op wat ik eigenlijk vond van de hele situatie. Hij is charmant. Ontwapenend. Grappig. Hij kwam me knuffelen en vasthouden. Kussen en strelen. Dat voelde goed. En even later weer helemaal niet, en dan worstelde ik me los en ging weer aan tafel zitten. Drie, vier, vijf keer. Soms trok ik een kledingstuk, dat een paar minuten eerder op de grond was beland, weer aan. Hij grapte dat ik in zijn memoires te boek zou staan als de vrouw die hij zes keer op een avond had moeten uitkleden.

 

Maar het voelde gewoon niet helemaal goed. Enerzijds vertegenwoordigde hij veel van wat ik in een man zoek. Zijn uitstraling, de manier waarop hij lacht, de manier waarop hij over zijn werk praat. Hij raakte iets in me, precies zoals als eerder in de chat room. En met de geur zat het ook wel snor. Maar af en toe realiseerde ik, dat ik alweer bezig was om te bewijzen, dat ik leuk en lief genoeg was. En op die momenten nam mijn ratio het over, en kon ik hem wegduwen en me losmaken. Om onder de volgende aanval op mijn zintuigen weer te bezwijken, tot mijn hoofd weer om de hoek kwam kijken. En hij hielp me daarbij, zonder het te weten. Hij bleef maar praten, me dingen vragen over wat ik wilde dat hij deed en wat ik lekker vond. Hoe ik gekust, gestreeld en gelikt wilde worden.

 

Ik houd niet van het aardse aspect van seksualiteit. Zolang ik kan zweven, en me in spirituele zin verbonden voel met mijn partner, is alles prima. Zodra ik teruggetrokken wordt naar het hier en nu, word ik geconfronteerd met de banale en soms lachwekkende aspecten van seks. En als ik dan twijfels heb over mijn partner dan stoot ik hem af.

 

Ik vond hem te orgasme-gericht. Te onstuimig en te onhandig in hoe hij me beet pakte en vasthield. Zijn strelingen te onbeheerst. Zijn kussen te haastig. En af en toe klopte het allemaal even helemaal. Ik denk, dat als we zouden willen, we er met wat tijd en oefening, best in zouden slagen om een erg lustvolle en bevredigende seksuele relatie te hebben.

 

Maar ik wil niet. Ik wil geen getrouwde minnaar meer. Kijk nu wat een prachtige ochtend het is. De zon schijnt, de lucht heeft de kleur van de voorjaarsbelofte. Ik wil onbezorgd verliefd zijn. Ik wil op zaterdag hand in hand over de Lindenmarkt slenteren en de avondmaaltijd bij elkaar scharrelen. Uren op een terras zitten in intieme en wetende stilte. Kranten en koffie in bed delen op zondagochtend.

 

Ik vind het moeilijk. Ik wil hem nog steeds. Nog meer nu, dan voordat ik hem ontmoette. Het liefst zou ik hem een email sturen, dat hij welkom is vanavond. Hij wilde komen en blijven logeren. Maar ik kan dat niet doen. Ik weet nu, dat hij voor mij �bad news� zal zijn. Ook zonder mijn heksenstreken, kan ik vandaag de toekomst over het verloop van een relatie met hem voorspellen.

 

Ik zal verliefd worden. Echt verliefd, niet het sluimerende gevoel van nu. Het enige dat nu tussen mij en dat gevoel staat is mijn ratio, het weten dat hij vooral vertegenwoordigt wat ik niet meer voor mezelf wil. Verliefd en ongelukkig. Omdat hij veel minder tijd voor mij vrij zal kunnen en willen maken, dan ik me wens. Omdat hij de zondagochtenden niet met mij, maar met zijn kinderen in het zwembad door zal brengen. Omdat hij niet mijn lief, mijn partner en maatje zal kunnen zijn, maar alleen mijn minnaar.

 

En hij zal lief zijn. Zorgzaam. Zich verantwoordelijk voor me voelen. En als hij er is, dan zal hij er ook helemaal zijn. Ik word niet het geheim in de kast. Als ik nog een minnaar wilde, dan zou hij ideaal zijn. Maar ik wil geen minnaar. Ik wil een liefde.

 

DigiGigi
Vorig artikel

Land van Als

DigiGigi
Volgend artikel

Passies