Wil wat ik wil

3 juni 2002
7 minuten leestijd
487 gelezen

Hij belde toen ik aan de ontknoping van mijn boek toe was, en van de laatste avondzon op mijn balkon zat te genieten. Ik was eigenlijk pas een uurtje terug van een terras bij het Vondelpark, en ik had net een grote salade verorberd. Daarmee kwam aan de eerste fase van de grote onzekerheid een eind. Hij vindt me leuk genoeg om terug te bellen en om nieuwe afspraken te maken.

Een half uur laten zaten we op het gras in het Vondelpark met een fles rose tussen ons in. Het seizoen van het openluchttheater was die middag ingeluid, en het was er druk en levendig, met achter ons de dreunende bas van housemuziek in het Blauwe Theehuis, en boven ons de verzamelroep van de Amsterdamse parkieten.

Het is, zo kan ik wel stellen, een voorzichtig ritueel van aftasten en ontdekken, dat plaats vindt tussen TdL en mij. Hoewel we beiden gebukt gaan onder de karaktereigenschap ongeduld, vindt dat geen vertaling in onze communicatie. Enerzijds verbaast me dat, en anderzijds is het ook zo logisch als de Wet van Meden en Perzen, – die ik overigens nooit heb kunnen doorgronden -, dat twee mensen met zoveel kwetsuren, voorzichtig zijn.

�Het wordt een mooie zomer�, zo kondigde hij aan. En ik beaamde dat, waarbij ik de nadruk op het weer legde. Want die woorden van hem waren vrijwel een exacte kopie van hetgeen TZ in het voorjaar van 1999 schreef toen hij en ik een item waren. Niet dat het me pijn deed, om TdL nu hetzelfde te horen zeggen. Maar zo�n echo uit het verleden roept wel iets op, maant aan tot voorzichtigheid en is onherroepelijk verbonden met de herinnering aan hoeveel verdriet de liefde voor ��n enkel mens kan veroorzaken.

Ik heb vlinders in mijn buik. Al sinds onze eerste ontmoeting. Ik denk de hele dag aan hem. Soms met een glimlach, en vaker in totale verwarring en onzekerheid. Er dansen groene vlekjes in zijn blauwe ogen, die duidelijker worden als hij zich ongemakkelijk of onzeker voelt. Aan zijn slapen verschijnen in het zonlicht stoppeltjes op zijn verder zo glad geschoren hoofd. Ik heb ontdekt dat zijn nadrukkelijke vrouwelijkheid vooral een houding in gezelschap is. Gisteravond was hij meer verstild, en waren de gebaren, die hem vaak het etiketje �homo� opleveren, nauwelijks waarneembaar. Ik vraag me af, of het zijn verdedigingsmechanisme naar vrouwen is. Het schept verwarring en dwingt af, dat je als vrouw door de bovenlaag heen naar binnen kijkt, wil je de man in zijn geheel zien. Eigenlijk is dat wel heel mooi.

De zon glijdt nu over de daken van de huizen de tuin in. Ik ben al uren wakker, en ik heb al ontbeten. Het is kwart voor zeven in de ochtend, en het belooft een stralende dag te worden.

We hebben tot tien uur in het park gezeten. Een kwartier voordien kondigde hij aan, dat hij zo maar eens weer op ging stappen. Een mededeling die me van mijn stuk bracht, en waardoor ik de vouwtjes en lijntjes in zijn nek ontdekte, die meer dan wat dan ook, zijn leeftijd verraden. Ik weet niet, hoe ik hem duidelijk moet maken, dat ik hem meer dan zo maar leuk vind. Soms denk ik, dat ik dat ook niet hoef, omdat hij het wel weet. Soms ben ik ervan overtuigd, dat het wederzijds is, en slechts een kwestie van tijd voor het tot uiting gebracht wordt. Maar meestal denk ik, dat ik het volkomen mis heb, en dat dit gevoel enkel in mij bestaat.

Het lag me de lippen om hem te vragen, wat het is dat hem in mij aantrekt. Het paste in de lijn van ons gesprek, dat in zich in algemeenheden ontspon over verwachtingen, teleurstellingen en hoe daar mee om te gaan. Ik pleitte voor een directe en open communicatie, waarin verwachtingen werden uitgesproken om zo teleurstellingen te voorkomen, maar faalde zelf jammerlijk om hem te vertellen, over de mijne. Ik kon en wilde hem geen deelgenoot maken van al die dingen in mijn hoofd.

Hoe kan ik nu in de laatste restanten daglicht, in een park en in het open veld, zonder een boom om voor beschutting en veiligheid tegen weg te kruipen, zonder de avondschemering om mijn gelaatsuitdrukking en mijn ogen te verstoppen, aan hem vertellen, dat hij niet meer uit mijn gedachten is geweest? Dat ik voor het eerst sinds TZ me weer vrij voel en mijn vleugels weer aan het uitproberen ben. Ik had hem willen vertellen, dat ik hoop dat hij de inspirator is die mijn uitbundige en vrolijke ik weer een zetje kan gegeven. Ik wil dat hij me de salsa leert dansen en gek doet, zodat ik ook gek durf te doen. Ik mis zijn lijf al in mijn bed, zelfs nu hij daar nog nooit heeft gelegen. Maar hoe vertel je aan een man, dat je wakker wordt met het gevoel dat hij op dat andere kussen hoort te liggen? Het is geen dwingend gevoel, eerder een wensgedachte. In de behaaglijke knusheid van mijn dekbed ademt zijn naam.

Hij wil deze week met mij barbecuen in zijn tuin. En vrijdag komt hij naar het heksencaf�. Hij is nieuwsgierig naar esoterische zaken, maar schrikt daar ook voor terug. Soms vraag ik me af, of het mijn openheid op dat gebied is, dat hem naar mij toe trekt. Op de ��n of andere manier denk ik niet, dat ik er uit zie als zijn ideale vrouw, die volgens mij veel slanker, mooier en spannender is dan ik. Als ik zo zit te piekeren over hoe ik over kom op hem, en of hij wil wat ik wil, dan wens ik me dat we het alvast maar hadden gedaan. Dan neem ik het mezelf kwalijk, dat ik niet in ben gegaan op zijn verzoek om het harnas aan te trekken en te showen. Maar als ik daar op doordenk, dan vermoed ik, dat het niet uit maakt. Dat het wellicht net zo ongemakkelijk, zo niet ongemakkelijker zou zijn, als we wel al hadden gevree�n. Ik heb zo vaak geroepen, dat ik het altijd in de verkeerde volgorde aanpakte. Maar nu het in de juiste chronologie plaats lijkt te vinden, word ik daar ook erg onzeker van.

Ik probeer om te leren van mijn fouten in het verleden. Om alleen de feiten te filteren, en de interpretatie daarvan achterwege te laten. Maar niets is zo moeilijk als juist dat. Hij is minstens zo onzeker en kwetsbaar als ik. En hij wil me terug zien. Dat zijn de uitgangspunten. De rest is vooral speculatie, interpretatie en wensgedachtes, die ik mezelf maar toesta, omdat ik er toch niet aan ontkom, maar de emotionele reacties die ze veroorzaken neutraliseer ik met het feit, dat hij me terug wil zien. Ik wil me niet afgewezen voelen, voordat ik afgewezen word. En zelfs als ik afgewezen word, dan wil ik daarin niet door emoties worden overmand, maar dan wil ik het kunnen zien zoals het is. Jung�s theorie over het verschil tussen emotie en gevoel trekt me bijzonder aan. En gevoel is goed. Emotie verziekt de boel maar.

Maar al die analytische gedachten en het zelfonderzoek nemen niet weg, dat ik heen en weer geslingerd wordt tussen mijn ratio, die de voorzichtige en langzame weg ambieert, en de rest van mij. Het grootste deel van mijn ik wil, net als vroeger, hartstochtelijk verliefd zijn, zonder bedenkingen of barri�res van herinneringen en kwetsuren. Dat deel van mij wil hem mijn heksenhol inslepen en hem beminnen. Dat deel van mij wil een tandenborstel voor hem kopen en zijn favoriete zeep in de douche leggen, zijn lievelingsmaaltijden bereiden, hem koffie in bed brengen en hem vertroetelen en geruststellen. Het is het deel, waarvan ik vind, dat het buiten proporties groeit. In de Roos wordt deze zomer een workshop gegeven over het �Lieve Meisjes Syndroom�, waarvan dit dus echt wel symptomen zijn. Deze vorm van behaagziek zijn hoort zo bij een verliefdheid, maar is tegelijkertijd ook de voedingsbodem voor destructiviteit binnen een relatie.

Hij heeft me al drie keer verteld, dat zijn reactie op intimiteit en dichtbij iemand zijn, afweer en weggaan is. Hij worstelt daar mee, en gaat er zelfs voor in therapie binnenkort. Iets dat ik alleen maar aan kan moedigen. Tegelijkertijd weet ik uit ervaring, dat zo�n patroon herkennen en erkennen, al een forse stap op weg is naar het patroon ongedaan maken.

Geduld dus maar. Wat een lachertje, Gieg en geduld gaan eigenlijk niet samen. Toch weet ik zeker, dat geduld en tijd nu het belangrijkste zijn. Voor hem, maar vooral voor mezelf. Bij de Godin, wat een uitdaging.

De zon heeft nu bezit genomen van de kruinen van de bomen, en schijnt een gouden groene glans over de bladeren. Er gaat niets boven deze hele vroege uren met de zachte ochtendlucht, die over mijn blote benen speelt terwijl ik mijn gedachten, gevoelens en emoties op papier probeer te ordenen. Ik ben blij dat hij geen computer heeft, en mijn dagboek niet leest. Later is vroeg genoeg voor de meeste dingen.

 

Meest gelezen

DigiGigi
Vorig artikel

Toverdromen

DigiGigi
Volgend artikel

Kus van de heks