De Liefde

7 december 2003
7 minuten leestijd
340 gelezen

Je zult nooit de geschikte mensen vinden om mee samen te leven, nooit die ene uit miljoenen tegen wie je altijd alles kunt zeggen. Maar wat doet dat ertoe? De relatie kan evengoed heel plezierig zijn. En wat meestal wordt aangeduid met ‘begrepen worden’ maakt iets in ons tot slaaf. En wat doet het er eigenlijk toe of je wordt begrepen of niet? Waar het om gaat is dat je jezelf steeds meer verwerkelijkt. Kahlil Gibran

Sinds de Manager naar Brazilie is vertrokken, droom ik iedere nacht over hem. Ik heb nog nooit eerder een terugkerende, lucide droom gehad. In de droom voeren we een aantal telefoongesprekken en proberen we elkaar over te halen om naar de ander te komen. Uiteindelijk ben ik degene die op weg gaat.

Het is een eindeloos lange laan in een stad die ik moet gaan. Aan weerskanten hier en daar een boom. De huizen zijn donker. De lantaarns zijn uit. Alleen de afnemende maan geeft een beetje licht. Ik weet dat VT aan het eind van die lange straat wacht. Ik begin aarzelend te lopen. Bij de tweede lantaarnpaal, nog helemaal aan het begin van de straat, hoor ik voetstappen achter me. Wanneer ik me omdraai zie ik twee mannen. De langste loopt achter een kleinere man. Het is de laatste die me schrik aanjaagt. Ik versnel mijn pas en daarop begint hij te rennen. Zo hard dat hij wel een stripfiguur lijkt en hij heeft me al snel ingehaald. Hij trekt aan mijn tas, die ik met het schouderhengsel over mijn hoofd en onder mijn arm doordraag zodat hij niet gestolen kan worden. De overvaller is gemaskerd en trekt zo hard aan de tas dat het hengsel verward raakt met mijn sjaal en me langzaam wurgt. Zijn stem is hees als hij steeds herhaalt dat ik de tas af moet geven. Maar ik herinner me wat ik daar allemaal in heb, mijn sleutels, mijn geld, mijn agenda, mijn mobiele telefoon en ik probeer om me aan zijn greep te ontworstelen. Ik wil mijn bezittingen niet verliezen.

Zo’n lucide droom is net een computerspel. Terwijl ik droom kan ik ook nadenken over de droom en mijn acties aanpassen. Soms word ik overvallen en dan heb ik de objecten die voor mij van belang zijn, onder mijn kleren aan mijn lichaam geplakt. De eerste keer gaf ik de tas zo gemakkelijk af, dat de overvaller direct argwaan kreeg en me neerstak met een groot mes. De tweede keer worstelde ik wel met hem en toen hij mijn tas te pakken kreeg en de buit begon te inspecteren, maakte ik me als een haas uit de voeten. Maar ook toen haalde hij me in en doodde me voordat ik VT had bereikt. Soms probeer ik, in de telefoongesprekken waarmee de droom begint, met nog veel meer overredingskracht VT zover te krijgen dat hij naar mij komt in plaats van ik naar hem maar dat ontaardt in ruzies die levensecht aanvoelen en waardoor ik huilend wakker word.

Bij daglicht is het niet moeilijk om te begrijpen waar de droom over gaat en wat ik moet doen om de straat helemaal uit te kunnen lopen. Wanneer ik de tas en de bijbehorende bezittingen afgeef, bereik ik VT vast en zeker ongeschonden. Maar �s nachts worstel ik met mezelf – want ik ben ervan overtuigd dat ik zelf de gemaskerde overvaller ben � en delf ik het onderspit. Ik word gewurgd of neergestoken, maar dood ga ik iedere keer. Ik schrik iedere nacht een aantal keren wakker en al met al krijg ik veel te weinig slaap. Ik ben moe. En iedere avond kost het me meer moeite om naar bed te gaan en duurt het langer voor ik in slaap val.

VT heeft me een paar tekstberichten gestuurd waar ik niet op rekende omdat hij me had gewaarschuwd daar geen ontvangst met zijn mobiel te hebben. Nu is het al weer twee dagen stil. Tot hilariteit van mijn vriendin zag ze me gisteren mijn telefoontje schudden. Nu en dan doe ik dat, om het apparaat aan te moedigen om het tekstberichtje waar ik op zit te wachten toch maar uit te spugen. Ik lach zelf nog het hardste om mijn gekte. Maar op een veel dieper niveau ben ik een beetje bang. Ik herinner me de laatste dagen weer levendig hoe Mars vanuit Thailand stil viel en waarvan dat de voorbode was. Terwijl ik nog op hem mopperde dat hij niets meer van zich liet horen, lag hij daar in de Tropen dood te zijn. Natuurlijk geloof ik niet werkelijk dat er zoiets met VT aan de hand is. Waarschijnlijk heeft hij gewoon geen of bijna geen stroom meer of kan hij geen signaal oppikken.

En ik ben ongeduldig. Ik verlang zo naar hem, dat ik er nu en dan buikpijn van krijg. Het is tien dagen geleden dat ik hem voor het laatst heb gezien maar het voelt als tien weken. Ik kan niet eens de dagen echt afstrepen want ik weet niet precies wanneer hij terugvliegt noch wanneer ik hem weer zie. Soms stel ik me voor dat hij vrijdag terugkomt en dat hij me laat weten dat hij pas op woensdag of donderdag tijd heeft. En wat ik dan moet doen. Hoe ik dan moet reageren.

Dan foeter ik mezelf uit want waarom zou ik dat in vredesnaam denken? Waarom kan ik niet geloven dat hij mij even leuk vindt als ik hem en dat hij mij net zo goed mist, zelfs al geniet hij zijn vakantie. Net zoals ik mijn dagen geniet en ondertussen naar hem verlang.

Nu en dan ben ik verdrietig wanneer ik terugdenk aan alle redenen waarom dit soort gedachten proberen de boventoon te voeren. Ik ben door vrijwel iedere man in mijn leven in de steek gelaten. Het is niet dat ik ze daardoor van iets beschuldig. Het leven ontvouwt zich nu eenmaal zoals het doet, en met reden. En van iedere keer heb ik iets geleerd. En ben ik iets kwijtgeraakt. Terugkijkend naar al die ervaringen is het haast vanzelfsprekend dat ik er vanuit ga dat ook VT vandaag of morgen zal beseffen wat een lastpak ik ben en zijn heil elders gaat zoeken. En die logica ten spijt, kan ik niet berusten in het idee, dat het altijd zo zal gaan tussen de mensen en in de liefde.

Ik geloof nog steeds dat het leven een pad is waarin een mens evolueert van angst naar pure, zuivere liefde. Liefde als energie en niet aan een object gebonden. Onderweg worden de uitdagingen steeds groter en leren we langzaam de liefde te doorgronden als iets dat niet te begrijpen is maar alleen maar te voelen en te geven. Ik heb geen idee hoeveel reincarnaties het duurt voordat de ultieme staat is bereikt, zo die al verwerkelijkt kan worden binnen het beperkte vermogen van inzicht van de menselijkheid.

Maar ik weet zeker dat twee mensen samen in staat zijn om bloot tegenover elkaar te staan en schil naar schil af te pellen totdat de kern van hun ziel vrij komt. In het verleden heb ik dat ook wel de waarheid van je ziel spreken genoemd. En ik realiseer me dat het voor mij in dit leven waarschijnlijk ondoenlijk zal zijn om tot die pure kern te komen en dat het zal blijven bij nu en dan een glinstering van de verborgen belofte.

Soms frustreert het me, dat ik zo zeker weet dat ik het niet helemaal alleen kan. Dat ik altijd iemand tegenover me zal moeten hebben om mezelf werkelijk te kunnen zien. Juist omdat die ander niet blijft, is het net alsof ieder stukje schil dat ik heb afgepeld weer opnieuw en dikker aangroeit. Ik weet niet of dat werkelijk zo is, of dat juist de lagen zijn die ik daarna alleen en zonder hulp kan verwijderen en of ze daarna misschien wel voorgoed weg zijn.

Na een groot verdriet heb ik altijd de neiging om weg te kruipen en me te verstoppen. Ik wil ten onder gaan en mezelf verliezen zodat ik mijn verlies niet meer voel. Dat gaat niet meer. Er is iets met dit soort kennis, het weten uit een oeroude bron, waardoor de schuilplaatsen fel verlicht worden. Verdriet is de voedingsbodem van de liefde; dat heb ik geleerd toen ik TZ verloor en door de dood van Mars is dat besef getransformeerd tot mijn werkelijkheid. Van passief naar actief.

De liefde die ik voor VT voel heeft me overrompeld. Zo snel na de dood van Mars, twijfelde ik aan mijn eigen motivaties en beweegredenen. Maar nu ik hem mis, merk ik hoe authentiek die liefde is. Op hem gericht. Natuurlijk herken ik in hem dingen die me aanspreken. Dat kan immers niet anders omdat ik mezelf in hem spiegel zoals hij zich in mij doet. Maar evengoed is daar die onweerstaanbare nieuwsgierigheid naar zijn wezen. Hij is het omdat het niemand anders kan zijn.

Het komt me als een wonder voor, dat ik niet ondanks maar juist dankzij al mijn verliezen geloof.

Ik geloof in de Liefde.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Meest gelezen

DigiGigi
Vorig artikel

Zo lief

DigiGigi
Volgend artikel

Brief aan Mars – VI