Hij kijkt me aan vanaf een vel papier. De echte foto’s komen later deze week en nu stel ik me tevreden met een afdruk uit de kleurenprinter. Toen ik de foto’s maakte, een paar dagen
Negen seconden lang hoor ik zijn stem. Een kort berichtje, tot voor kort niet meer dan een soort van huishoudelijke mededeling, is sinds vandaag een van de meest tastbare herinneringen die ik aan hem heb.
Mijn tong onderwerpt iedere witte druif aan een onderzoek. De onverzettelijkheid van het velletje laat zich niet breken wanneer de vrucht tegen mijn verhemelte wordt gedrukt. Pas als mijn tanden voorzichtig een gaatje bijten stroomt
Mijn lijf hongert even gretig naar hem als mijn hart, en de gedachte dat hij in een onbekende cultuur is ondergedoken, waar niets aan mij herinnert, vind ik soms onverdraaglijk. Het ene uur ben ik
Het duurde nauwelijks twee weken. Toen was het op. In de nacht waarop ik voor het eerst werd overmeesterd door tranen, begreep ik dat het begin van het einde was ingeluid. Het condoom had het
“Ben je verliefd?”, vraagt hij me. Ik kan zijn vraag met ja noch nee beantwoorden. Ik weet niet wat ik moet voelen en hoeveel ik moet voelen, om mezelf te kunnen labelen met het etiketje