�Nemen ze de pijn ook weg?� �De pijn gaat niet weg. Die blijft waar hij hoort. Hier�, zei Max en klopte op zijn hart. �De pijn die hier zit, zorgt dat je hart groter wordt. Je zou niet willen dat die pijn helemaal wegging. Door die pijn kun je liefhebben. Als je een heleboel verzamelde pijn meedraagt, draag je een hoop liefde mee. Als je die pijn niet kent, kun je voor niemand iets betekenen. Ook niet voor jezelf.� Uit: De Stem van de Aarde � Elizabeth Fuller.
De laatste dagen is mijn vermogen om mezelf te troosten helemaal verdwenen. Vanaf het moment dat Toyboy vertrok, ben ik in een gevecht met mezelf beland en sindsdien ben ik beurtelings boos en verdrietig, en vooral heel erg onrustig. Ik wil in lotsbeschikking geloven en de verantwoordelijkheid in handen van de goden en het grotere geheel leggen. Het kan toch niet zo zijn dat er geen diepere betekenis schuil gaat achter die onverwachte re�nie met Toyboy? En het is toch ook niet voor niets, dat uitgerekend hij degene is onder wiens aanrakingen ik mezelf na vier lange jaren weer tot leven voel komen? Hoe kan ik nu voorbij gaan aan de spirituele band die ik met hem voel? Voor het eerst sinds TZ heb ik vrijen weer als beminnen, als de liefde bedrijven ervaren. Hoe kan ik geen belang hechten aan de vreugde en het plezier dat hij me schonk, en hoe hij de eerste sinds zo lang is, bij wie ik me achteraf niet volkomen leeg, uitgeput en berooid voelde, maar juist springlevend en in evenwicht met het universum?
Het is zo moeilijk. Ik herinner me de mannen met wie ik de afgelopen jaren het bed heb gedeeld. De onhandigheid, de lichamen die gewoon net niet bij elkaar pasten ondanks onze goede wil en de grapjes die we er over maakten. De strelingen die me niet werkelijk beroerden, de kussen die me nooit veroverden, de verschrikkelijke eenzaamheid die in het samenzijn besloten lag.
Ik wil met mijn vuist schudden en iemand de schuld geven. Het is zo oneerlijk. En het doet zo�n pijn. Net toen ik me er bij neer had gelegd dat ik de rest van mijn leven zachtjes zou verlangen naar de vorm van intimiteit die ik met TZ had gedeeld. Net toen ik mezelf ervan had overtuigd dat ik mijn herinneringen met grote roze potloden had ingekleurd, en dat het in werkelijkheid natuurlijk veel minder mooi, minder magisch en minder zuiver is geweest. Juist nu ik vrede had gesloten met het idee, dat ik het leven leef van een volwassene in de realiteit, waar werk, carri�re en veiligheid van belang zijn, en de wereld nu eenmaal minder fel en mooi gekleurd is dan in de tijd dat ik nog mijn romantische meisjesdromen koesterde en geloofde dat ik mijn fantasie kon leven, juist n� vinden ze, – wie dat ook moge zijn -, dat het tijd is om me met mijn neus op de waarheid te drukken.
Het bestaat het w�l. Het bestaat niet alleen bij de gratie van mijn fantasie en verbeeldingskracht. Dat maakt me zo verdrietig. Nu zit er niets anders op, dan dat ik mijn sprookjesboeken weer van zolder haal en opnieuw mijn dromen achterna jaag. Ik kan niet meer doen, alsof het niet bestaat, de grootse liefde. Ik kan niet meer doen alsof het hersenspinsels en wishful thinking was. Nu Toyboy me heeft laten voelen, zoals ik me met TZ voelde, nu is de rest van het sprookje ook nog ergens. En ik moet het vinden.
Wat is in vredesnaam het nut om me dit te laten ervaren met iemand, waarmee ik niet werkelijk samen kan zijn? Oh, ik ben zo boos! Wat is dit nu weer voor slechte poets van de godin? Waarom kon ik niet gewoon gezellig met Toyboy onhandig in bed rondstrompelen met veel gegiechel en gelach en zonder dat grote gevoel? Zodat we nadien grijnzend onze schouders op konden halen en het voorval als een anekdote in het geschiedenisboek van onze vriendschap bijschrijven? Waarom moet ik zoveel liefde voelen, als ik het op niemand kan richten en wanneer niemand het wil hebben?
Ik heb geprobeerd om het aan hem uit te leggen. Ik denk niet dat me dat gelukt is. Ik begrijp het zelf amper. Het was zo verleidelijk om het gewoon door te laten sudderen. Af te wachten wat er zou gebeuren. Zo aanlokkelijk om hem gewoon weer uit te nodigen en me in zijn armen te storten. Zo verleidelijk om naar het stemmetje in mijn hoofd te luisteren dat me probeerde te overreden om de tijd te nemen om te proberen hem los te weken van zijn huidige bestaan. Maar dat zou oneerlijk zijn.
Stoer en oh zo lief probeerde hij me nog van mijn besluit af te houden. Ik wilde me graag om laten praten. Ik wilde me zo heel erg graag om laten praten. Maar ik kon het niet. Ik wil hem t� graag. Ik wil hem aan mijn voeten, in mijn armen en in mijn hart. Ik wil hem niet alleen als een vriend, maar als een minnaar en een geliefde. Als mijn minnaar en mijn geliefde. En dat, dat is een hele slechte basis voor een vriendschap.