“De liefde herschept het oerbeeld, zij tracht twee wezens te doen samensmelten tot een enkel, zij wil de menselijke natuur genezen ” (Plato)
Op ochtenden als deze, wens ik me dat ik zou kunnen schilderen. Ik ben al een paar uur wakker en terwijl ik cappuccino dronk op mijn bed, was ik getuige van een prachtige zonsopgang. De lucht had schakeringen van donker paars naar pastel blauw, pastel groen en zacht roze in het oosten en meer donkerrood richting het zuiden. Ik had de illusie dat ik het centrale punt binnen een kleine cirkel van lucht en kleur was en ik kreeg een visueel begrip dat de wereld rond is.
Ik geniet het hele weekend al uitbundig van de natuur. Vrijdagmiddag voor het invallen van de avond zag ik de maan, die bijna op haar hoogtepunt was, groot en rond schitteren, het daglicht verdrijven. Ik kan vanuit mijn kamer een groot deel van haar tocht volgen, en ze beschijnt mijn bed tot diep in de nacht. Misschien is het omdat ik nauwelijks meer vlees eet, – en dan alleen nog biologisch – dat mijn dromen en denken zo helder zijn.
“Nu het zover is, kun je wel een potje breken”, zei hij gisteravond aan de telefoon. Dat was in reactie op mijn schaamte achteraf over hoe ik me de voorgaande nacht had opgedrongen. Hij heeft het niet zo opgevat. Gelukkig maar. Ergens moet ik ook wel om mezelf grinniken. Na weer een avond vergeefs in De Klepel naar hem uitzien, en wat later in de P96, waar ik hem ook niet zag, heb ik me met mijn mobieltje in het toilet teruggetrokken en heb ik hem gebeld. “Het is volle maan en ik heb eisprong”, joelde ik door de microfoon. Waarop hij heel hard begon te lachen en zei dat ik het zo wel heel erg spannend maakte. Hij is me komen ophalen.
En na de nacht in zijn armen en in zijn bed, nu weet ik niet hoe het verder gaat. Ik wil het ook niet echt weten, niet uitstippelen. Ik wil alleen maar dromen, de beelden opnieuw zien, het gevoel opnieuw herbeleven. Ik verwonder me hoe er een aantal momenten steeds boven de andere uit blijven pieken, en zich steeds op blijven dringen, en mijn gedachten blijven beheersen.
Ik werd wakker in stilte. Ik was ervan overtuigd dat ik alleen in het huis was. Terwijl ik me omdraaide en mijn ogen langzaam opende, voorzichtig mijn hoofd bewegend om te ontdekken of ik een kater had, en hoe groot het onding zou zijn, ontdekte ik op het kastje naast zijn bed een glas jus d’orange, dat hij er zorgzaam had neergezet. Ik dronk er gulzig van. Ik sloeg de dekens terug en zocht naar mijn kleren, die een aantal uren geleden op de grond voor het gordijn, dat de slaapkamer van de woonkamer scheidt, waren terecht gekomen. Ik zag ze niet, en in de veronderstelling dat hij ze wel zou hebben opgepakt en over een stoel zou hebben gedrapeerd, liep ik bloot de kamer in. Ik had al een paar stappen gedaan, toen ik hem in zijn stoel naast de kachel zag zitten, een mok in zijn hand en zijn ogen zwijgend op mij gericht. We glimlachten naar elkaar en ik sprak een begroeting, terwijl ik me plotseling enorm bewust werd van mijn lijf en de ettelijke meters die er tussen hem en mij lagen en die ik nu wel naakt moest overbruggen. Terwijl ik tegen hem aan babbelde, – en ik heb geen idee waarover ik sprak -, probeerde ik me een houding aan te meten als vond ik het de gewoonste zaak van de wereld om bloot door zijn huis te wandelen, terwijl hij me, volledig aangekleed en beheerst, uitgebreid zat op te nemen. In mijn mond proefde ik de nare smaak die alcohol achterlaat, en omdat ik hem onmogelijk zo goedemorgen kon kussen, raapte ik al mijn moed bij elkaar en draaide hem mijn rug toe, onderweg naar de keuken waar ik mijn tandenborstel en tandpasta in de afgelopen nacht had laten liggen. Hij kwam naast me staan terwijl ik mijn doorgelopen mascara onder mijn ogen probeerde weg te boenen en mijn verwarde haren met mijn vingers in model probeerde te brengen, wat onbegonnen werk bleek. Hij lachte wat en hij zette de fluitketel op het vuur om een beker oploskoffie voor me te maken. Ik mompelde iets over koud en mijn kleren aantrekken en hij antwoordde dat hij ze op het bed voor me had gelegd. Ik drong me achter hem langs, de keuken uit om zo snel ik kon me aan te kleden en zo weer in een gelijkwaardige verhouding tot hem te staan, maar hij liep achter me aan en voor de kachel ving hij me in zijn armen. Hij kuste mij en ik kuste hem terug. Of ik kuste hem en hij kuste mij terug. Zijn handen gleden over mijn billen, en net toen ik me prettig en ontspannen voelde, en mijn zelfverzekerdheid aan het terugwinnen was, draaide hij me om en zocht mijn ogen in de spiegel, die ik nu pas opmerkte, en waarin ik bijna helemaal zichtbaar was. Vlak bij mijn oor zeggen verklaarde hij dat hij me wilde zien en voelen. Instinctief vouwde ik mijn armen boven mijn hoofd rond zijn hals en gelijktijdig zag ik de minuscule stoppeltjes onder mijn oksels en op mijn venusheuvel. Ik vroeg me af waarom hij niets had gezegd over het feit dat ik helemaal geschoren ben en of er andere vrouwen in zijn leven waren geweest, die dat ook deden. Terwijl ik dat dacht, zei ik dat ik me enigszins ongemakkelijk voelde om als enige naakt te zijn. Hij glimlachte dat hij het juist wel spannend vond wanneer de een naakt en de ander helemaal aangekleed is, en dat het de verhoudingen in de juiste proporties bracht.