De Gloed

9 januari 2004
6 minuten leestijd
342 gelezen

De doodse winterkleur van december is verdreven. Natuurlijk weet ik dat het nog echt winter kan worden, met sneeuw en ijs. Maar het licht is aan het veranderen en ik krijg mijn energie terug. Ik borrel er van over en het is net alsof ik door het opruimen en schoonmaken van het huis ook mijn ziel aan het reinigen ben.

Voor de gelegenheid heb ik een spijkerbroek – pas de derde die ik aantrok paste, de eerste twee zijn in de afgelopen maanden van broeken tot tenten verworden – en een blokjesoverhemd aangetrokken. Ik voel me heel stoer als ik op een trap sta met een priem en een hamer in de hand om mijn eigen gordijnen en schilderijen op te hangen. Tussen de bedrijven door moest ook de gemeenschappelijke zolder, met jaargangen meubilair, kleren, schoenen en alles wat een mens koopt en vervolgens afdankt, er aan geloven. Ook de badkamer, keuken en de overloop ontkwamen niet aan mijn opruimwoede. Nu is het bijna klaar en dat spijt me bijna.

Over een paar weken word ik vierendertig. Ik twijfel of ik het wel of niet zal vieren. Soms denk ik, dat ik net als mijn naam ook mijn verjaardag wil veranderen. Het lijkt me heerlijk om in de zomer een feest te kunnen geven in plaats van hartje winter. Misschien maak ik wel een kaart die ik op de 23 januari verstuur. Daar zet ik dan iets op van �Vandaag ben ik jarig. Daarom geef ik een feest op 23 juli.� Dan vier ik dat ik halverwege een jaar ben in plaats van het hele. Dat lijkt me wel een goede, nieuwe traditie. Lekker barbecuen en caiparinhas drinken in plaats van rode wijn en tapas.

Ik ben niet meer boos op mannen. Dat ontdekte ik ergens tussen gisteren en vandaag. Ik heb mijn vertrouwen herwonnen. Ik verloor het na IceTease en opeens is het weer terug; niet omdat een man me van mijn ongelijk heeft overtuigd maar omdat ik in mezelf geloof. Ik kan mezelf vertrouwen en dus ook willekeurig wie. Ik ben nu in staat om mijn grenzen aan te geven en om besluiten te nemen die indruisen tegen mijn emoties maar die wel gebaseerd zijn op mijn gevoelens. Dat is een gedachte die me heel rustig en sereen maakt. Ik ben er natuurlijk nog lang niet. Dit is een nieuwe vaardigheid en die moet veel geoefend en beproefd worden, en natuurlijk ga ik nog tientallen malen, zo niet vaker, mezelf tegenkomen. Dat geeft niet. Dat is alleen maar boeiend.

Het doet me goed om te merken dat die knoop van woede uit mijn buik is vertrokken. Die zat ergens achterin, bijna tegen mijn ruggengraat verstopt. Ik kan nu naar mannen kijken en ze weer helemaal zien, in plaats van vooral de dingen die ik niet leuk vind of de eigenschappen waarvan ik vermoed dat ze me daarmee kunnen kwetsen. Niemand kan me kwetsen, tenzij ik dat toesta en in dat geval is er iets dat ik moet leren. Andere mensen leggen alleen maar bloot wat al in mij zit, en dat kan erg confronterend en pijnlijk zijn, maar het is en blijft van mij. En dat het vooral tussen de verschillende seksen gebeurt, ligt volgens mij besloten in het feit dat mannen en vrouwen domweg anders communiceren; in wezen zijn we gelijk in wat we denken, voelen en ervaren.

Ik ben zo blij dat ik me weer vrij voel om van mensen te houden. Dat mannen en vrouwen in staat zijn om me te ontroeren en te vertederen met wat ze doen en wat ze zeggen. Ik kan smelten van niet meer dan een blik of een glimlach, ongeacht welke relatie ik met iemand onderhoud. Gisteravond was ik in een caf�, dat vol met zakenlui en studenten was. Ik kwam er laat binnen, en de drank was al rijkelijk gevloeid, zo getuige het decorumverlies. Mannen in keurige pakken met besmeurde overhemden en stropdassen die op de rug werden gedragen. Meisjes die uitdagend dansten en nu en dan over hun eigen voeten struikelden, verwarde haren en uitgelopen make-up. Ik had een afspraak met iemand daar, en hij vertelde dat hij zich ergerde aan �dat gedoe�. Ik vond het alleen maar prachtig om te zien, vertederend ook. Er zit iets wanhopigs en tegelijkertijd iets krachtigs, een drang om te overleven, in die beschonken verleidingsdansen. Ik proefde de eenzaamheid en ook de wil om plezier te maken, om de beker helemaal leeg te drinken. Ik weet hoe het voelt, om op die plek te zijn. Ik verlang er niet naar terug maar ik genereer me ook niet langer dat ik ooit een regelmatige bezoeker was en dat ik de gedachte om alleen naar huis te gaan niet kon verdragen. Ik had het nodig om aantrekkelijk gevonden te worden, me begeerd en geliefd te weten, al was het in een roes van alcohol en duurde het maar tot het ochtendlicht weer doorbrak.

Ik weet niet of er zo heel veel veranderd is. Ik heb het nog steeds nodig om lief gevonden te worden. Ik verlang er nog steeds naar om aangeraakt te worden. Het verschil is misschien, dat ik me er nu bewust van ben wat ik nodig heb en waarom. Misschien heb ik gewoon geluk gehad dat ik mannen als IceTease en Mars in mijn leven heb gehad en ik het verschil heb ervaren. En evengoed ben ik nu nieuwsgieriger naar seks dan ik ooit ben geweest. Ik vraag me vaak af hoe een man in bed is en ik sta mezelf nu veel makkelijker toe om dat te ervaren. Ik begrijp nog steeds niet goed waarom het met de een vuurwerk is en met andere een soort van genoeglijk gezelschapsspel.

De liefde die ik voor iemand voel is zeker een factor. Maar het heeft ook te maken met wat en hoeveel je terugkrijgt aan liefde en aandacht. Er zijn ochtenden dat ik op sta met wat ik de gloed noem. Dan voel ik me bemind en dat straal ik de hele dag en soms dagen lang uit. De gloed ervaar ik alleen wanneer iemand me heeft onderworpen. Ik vond het geweldig om de Manager mijn wil op te leggen. En toch raakte ik na een poosje gefrustreerd. Ik kon hem op die manier maar een klein deel van mezelf laten zien. Het gecontroleerde deel, waarin passie zich moest vermengen met een verhoogde staat van bewustzijn. Je kunt nu eenmaal niet onderduiken in hartstocht wanneer je iemand met een zweep bewerkt. Dat vraagt aandacht en toewijding op een hele andere manier. Je moet kunnen reageren op ieder stukje lichaamstaal, weten wanneer iets te veel of te weinig is, voortdurend de huid controleren op breekplekken, iemands stemming in de gaten houden.

Ik ben beter aan de andere kant. Ik voel me daar ook prettiger en meer op mijn gemak. Ik ben veel zekerder van mezelf en ik word helemaal vloeibaar van binnen. Die energie gaat moeiteloos over op mijn partner, en misschien is dat punt waarop het vuurwerk ontstaat. Als ik terugkijk op de ervaringen die ik als de onderdanige partij heb opgedaan, dan is het alsof er iets vrij komt dat niet te benoemen is. Een stofje, een stukje chemie, noem het magie, waardoor het een dans wordt. Al mijn partners ervoeren iets dat in SM kringen als �domspace� bekend staat. Dat heb ik niet ervaren als top. Ik werd niet opgezweept, en als het er wel was, dan wist ik het niet vast te houden. De synchroniciteit was zoek, zeg maar. Waarschijnlijk omdat toppen gewoon niet echt mijn ding is. Natuurlijk word ik geil van iemand vastbinden en tot mijn speelgoed te maken. Maar het staat niet in vergelijking tot hoe geil ik word, als iemand het mij doet.

Soms vraag ik me af, of ik me zorgen moet maken omdat ik niet van ‘gewoon’ vrijen houd. Ik ben bijna allergisch voor alleen maar lief en teder en zacht. Ik ben erg voor gelijkwaardigheid, maar niet in de slaapkamer.

 

Meest gelezen

DigiGigi
Vorig artikel

Verliefdheid en zo

DigiGigi
Volgend artikel

Drie is niet teveel