Loslaten is geen stopwoord

9 mei 2005
5 minuten leestijd
318 gelezen

Tegenwoordig moeten we alles loslaten en het liefst snel ook. Vertel iemand over een verbroken relatie, de dood van een beminde of een kapotte vriendschap en je kunt er op rekenen dat ergens in de woorden van troost en advies de opdracht om los te laten wordt gegeven. Ik hoorde het veel in de maanden na de dood van mijn geliefde. Maar wie ik ook vroeg, niemand wist hoe je dat nu precies deed, dat loslaten en ik begon een hekel te krijgen aan het holle modewoord dat mij de mond snoerde en dat in de praktijk niet meer dan een stopwoord bleek. Maar het bleef me toch bezig houden.

Toen de onheilstijding kwam en het tot me doordrong dat ik hem nooit weer zou zien, verscheurde de tijd zich tot een nieuwe dimensie. Ik stond plotseling aan de rand van een onmetelijk diep ravijn. Mijn hakken boorden zich in het verleden waar hij leefde en ik gelukkig was. Aan de overkant gloorde vaag het onbereikbaar geworden morgen en in diepte wist ik mijn Schaduwwereld. Daar was ik al eens eerder in afgedaald en hij lokte me niets.

Na twee dagen krijsen en huilen van woede en verdriet maar vooral van angst drong de waanzin van de leegte tot me door. In mijn totale verlatenheid ontdekte ik tot mijn afschuw dat ik me nergens meer aan vast kon klampen. Ik stond daar te wankelen en te balanceren op de rand van afgrond in de wetenschap dat ik ieder moment te pletter kon vallen en dat er niets, werkelijk helemaal niets was dat ik kon doen om mezelf te redden of om mijn leven zoals ik het had gekend te herstellen. Dus ik deed niets. Ik gaf me over en tuimelde de wanhoop in.

Inmiddels heb ik begrepen dat juist dit niets doen de essentie van het loslaten is. Het komt erop neer dat je niets doet om de situatie te veranderen. Je geeft je over aan de pijn en het verdriet. En je wacht af. Meer niet. Tijdens het wachten hoef je niet doelloos voor je uit te staren. Je kunt precies doen waar je zin in hebt. Na verloop van tijd is de situatie niet veranderd, dood blijft dood, maar het Ego heeft zich wel getransformeerd.

Dat ik, om los te laten, niet altijd naar de spelonken van mijn Schaduwwereld hoef af te dalen, begint me sinds kort te dagen. Waar mijn rouw van ruim anderhalf jaar geleden me bijna tegen de bodem van de put verpletterde, huppelt mijn liefdesverdriet er speels en tamelijk blijmoedig rond. Ik heb fysiek afscheid van hem genomen, daarna nog wat persoonlijke rituelen uitgevoerd en sindsdien doe ik niets om de situatie te veranderen. Ik voel pijn en soms paniek en ik erken het bestaan daarvan maar ik doe niets. Ik verzet mijn zinnen en laat de rest over aan het helende vermogen van het Zelf.

Het Zelf is, volgens C.G. Jung, een organiserend centrum en geeft de totaliteit van de gehele psyche weer. Het Ego is maar een klein deel van de psyche en helpt om de totaliteit van de psyche te verwerkelijken in het leven. Toen ik me realiseerde dat het Ego slechts een hulpje van het Zelf is maar zich wel voortdurend op de voorgrond dringt, concludeerde ik dat het Ego zich dan dus ook op de achtergrond laat plaatsen.

Niets doen wanneer je ook werkelijk niets kunt doen, zoals de dood afdwingt is, hoewel zeer pijnlijk, in wezen tamelijk eenvoudig. Je wordt er vroeg of laat door uitputting tot gedwongen. Afstand doen van het verlangen liefde te uiten en die beantwoordt te zien is vaak veel moeilijker. Het Ego signaleert afwijzing en trekt onmiddellijk het verdedigingsbolwerk op. Het steekt ons in een harnas van ontkenning, overhandigt ons het schild van Narciscus en draagt een arsenaal van wapens aan, vari�rend van een bedelnap tot de degen van de Wraakgodin.

Dat alles doet het Ego omdat het er op ingericht is onze verlangens tot leven te wekken. Onze begeertes worden door het Zelf naar het Ego gecommuniceerd en in die zin doet het Ego zijn werk. Maar het Zelf heeft niet deze beminde persoon aan dat verlangen gekoppeld. Sterker, het zal nooit een persoon aan de hunkering naar liefde koppelen maar geeft het Ego slechts de opdracht dit verlangen, als onderdeel van de verwerkelijking van de hele psyche, te vervullen.

Het Ego heeft het verlangen naar liefde in eerste instantie succesvol ingewilligd. Nu de beminde met de Noorderzon is vertrokken, krijgt het Ego een nieuwe impuls om dit deel van de verwerkelijking van het Zelf opnieuw invulling te geven. Het Ego heeft nu niet meer te maken met een neutraal verlangen naar liefde maar met een verlangen naar liefde gekoppeld aan een specifiek persoon. Om twee vliegen in ��n klap te slaan, opent het dus de jacht op de verloren geliefde.

Het is erg verleidelijk om het Ego zijn gang te laten gaan en te proberen de geliefde terug te winnen. Herinneringen aan hoe het was staan het waarnemen van de werkelijkheid daarbij in de weg. Het is maar al te gemakkelijk om te varen op de koers die het Ego uit heeft gezet en te geloven dat er een gelukkige hereniging in het verschiet ligt. Maar in werkelijkheid zal zo’n verzoening zich vaker niet dan wel voordoen.

Bovendien zijn de tactieken waartoe het Ego ons aanzet vaak niet de plezierigste. Ze gaan over het algemeen ten koste van onze eigenwaarde, roepen schaamte en zelfs schuld op en hebben de onhebbelijke gewoonte het geduld van de geliefde zwaar op de proef te stellen. Het Ego laat het meestal niet bij een verhelderend gesprek of een brief vol uitleg maar wordt na mate de tijd verstrijkt steeds grimmiger en drammeriger in zijn uitingen en werkt daarmee averechts.

Door niets te doen wordt het Ego buitenspel gezet. Het mort, kreunt en zeurt dan nog wel en draagt gevoelens van gemis, onbehagen, angst, pijn en verdriet aan om je over te halen wel iets te doen, maar wanneer je het iedere actie, die met de geliefde te maken heeft, weigert, richt het zich op de rest van de verwerkelijking van het Zelf. Het niets doen cre�ert rust en harmonie en schept bovendien ruimte voor het Ego om te herstellen en te transformeren. De geliefde wordt losgekoppeld van het verlangen naar liefde en dan is het Ego weer vrij om opnieuw te proberen invulling aan de liefde te geven.

Loslaten is dus geen onmogelijke opgave maar een aan te leren vaardigheid. En zoals bij alle kennis die regelmatig wordt toegepast en geoefend, wordt het steeds makkelijker om te doen. Het resultaat wordt niet alleen beter maar het wordt ook sneller bereikt. Dat komt niet alleen het verwerkingsproces ten goede maar het maakt ook dat je afhankelijkheid van de persoon die je lief hebt, steeds kleiner wordt. Je hebt hem of haar steeds minder nodig om jezelf staande te houden. Daardoor ontstaat de vrijheid om heel bewust en weloverwogen de mate en de inhoud van het zorgen voor elkaar in te vullen en het pad van waarlijk liefhebben op te gaan.

 

Meest gelezen

DigiGigi
Vorig artikel

Brief aan Mars – VIII

DigiGigi
Volgend artikel

Synchroniciteit als leidraad