Op de dag van de Plant Maan, een van esbats die heksen rondom volle maan vieren en die symbool staat voor wat gezaaid is en nu tot wasdom komt, ontdekte ik tussen de munt op mijn balkon twee jonge eikenboompjes, broederlijk naast elkaar op deze onwaarschijnlijke plek ontsproten. Enkele dagen eerder dacht ik aan iemand die ik miste en toen zijn SMS binnenkwam, had ik mijn mobieltje al in mijn hand. In dezelfde week stuitte ik tijdens onderzoek voor een artikel op het fenomeen internettelevisie. Uit het rijtje koppelingen naar verschillende programma’s koos ik er een op goed geluk en prompt kreeg ik een documentaire over het onderwerp voorgeschoteld.
Het zijn zomaar een paar recente voorbeelden uit mijn leven, die voor veel mensen niet meer zijn dan een reeks op zichzelf staande toevalligheden. Carl Gustav Jung bedacht de term synchroniciteit voor dit soort voorvallen die gelijktijdig of in eenzelfde periode optreden en die een significante betekenis en samenhang maar geen oorzakelijk verband hebben. Het ��n is dus geen logisch gevolg van het ander.
Synchroniciteit heeft een diepere betekenis. Zoals de droom een boodschap is die het Zelf naar het Ego stuurt, waarin het Zelf aan het Ego laat weten hoe het zijn levensopdracht, de verwerkelijking en de groei van de ziel kan uitwerken, zo is synchroniciteit gebaseerd op hetzelfde principe. Het Zelf legt een verbinding met het collectieve onbewuste. De gelijktijdigheid van betekenisvolle gebeurtenissen is een samenspel van de persoonlijke en de collectieve onbewuste inhoud die zich manifesteert. In tegenstelling tot bij dromen is de symboliek van de synchroniciteit minder verhuld en eenvoudiger te herkennen en te begrijpen. Maar net als bij dromen vereist dat wel bewustwording en de bereidwilligheid om notitie te nemen van deze energetische bron van kennis.
Soms zijn de tekenen uit de hemel niet meer dan een knipoog van het universum. Ze dienen als geheugensteuntje of als troost. De twee kleine eikjes op mijn balkon herinneren me eraan dat alles tijd, voeding en liefde nodig heeft om te groeien en dat de oeroude, krachtige en grote eikenbomen allemaal eens zijn begonnen als zo’n klein stengeltje met een paar blaadjes. Synchroniciteit bevestigt ons ook in wie we zijn en wat we doen. Het is fijn om te merken dat de ander gelijktijdig aan jou denkt of dat de antwoorden op je vragen zich moeiteloos aandienen. Hoewel ieder van die kleine voorvallen op zichzelf geen enorme ommekeer of verandering in mijn leven aanbrachten, deed het besef van het bestaan van synchroniciteit dat wel.
Lang voor ik in aanraking kwam met het gedachtegoed van Jung, schreef ik in een brief aan een vriend: ‘Toeval bestaat niet, lotsbeschikking wel’. Ik trok deze conclusie toen ik ontdekte dat achteraf bezien de gebeurtenissen altijd met elkaar in verband staan. Zo werd ik in een relatie eens geconfronteerd met een ex-vrouw die aan het Borderline Syndroom leed en die een zware claim op mijn geliefde legde. Ik had daar weinig begrip voor en ik verweet hem dat hij zich door haar liet manipuleren. Het kan geen toeval zijn dat ik, nauwelijks een jaar nadat we uit elkaar waren gegaan, een man ontmoette die ook een Borderliner bleek te zijn. Uiteindelijk deed ik er jaren over om me los te maken van zijn manipulatieve invloed. En de nacht die ik bibberend van de kou in mijn bed doorwaakte kwam in een heel ander licht te staan toen ik een paar dagen later hoorde dat mijn ge�migreerde vriend die nacht met zijn auto tegen een boom was gebotst en bedolven was geraakt onder een berg sneeuw.
Ik vind het erg troostrijk om terug te kijken op eerdere pijnlijke gebeurtenissen en het patroon te zien en te begrijpen. Het leert me dat ik me over moet geven aan pijn en verdriet in plaats van te proberen om het op alle mogelijke manieren te bestrijden. Hoe sneller ik toegeef aan het verdriet, des te eerder bereik ik het punt waarop ik begrijp waarom het me is overkomen. Zo ontvouwen mijn persoonlijke patronen zich in de loop der tijd en leer ik het hoe en waarom van mijn eigen gedrag kennen. Synchroniciteit fungeert dus als een spiegel en confronteert me met de levenslessen die ik moet leren. Hoewel ik me verheugde in het bestaan van dit mystieke gereedschap frustreerde het me gelijktijdig dat het zo’n kwellend proces was om tot inzichten te komen. Tot er een moment kwam dat ik me realiseerde dat synchroniciteit zich dan wel vanuit het verleden aan mij openbaarde maar dat het zich wel degelijk in het heden aandient.
Ik was zeventien toen ik verliefd werd op een jongen uit hetzelfde dorp en gedurende een jaar of zeven kwamen we niet los van elkaar. Telkens wanneer we ruzie kregen en onze verkering verbraken, verloor ik de gouden ring die hij me had gegeven. Hij vond het ringetje vervolgens altijd op de meest onwaarschijnlijke plekken terug en kwam die dan triomfantelijk weer aan mijn vinger schuiven. Het was voor ons een teken dat we bij elkaar hoorden. Toen de dag kwam, dat ik de ring verloor en die niet meer opdook, luidde dat het definitieve einde van onze relatie in.
Terugkijkend op dit voorval begon ik te beseffen dat het mogelijk is om synchroniciteit te herkennen op het moment dat het zich aandient en dat het zelfs mogelijk is om er beslissingen op te baseren. Het Ego staat me daarbij echter in de weg. Wat ik wil met mijn hoofd is meestal iets heel anders dan wat ik wil met mijn hart. Of anders geformuleerd, de boodschappen die het Zelf aan het Ego geeft zijn zuiver maar het Ego kan die niet rechtstreeks vertalen. Toen ik begon te leren om mijn dromen te duiden en synchroniciteit te herkennen, begon ik het Ego op fouten te betrappen. Ik merkte dat ik het Ego bij kon sturen maar dat ik daarvoor wel bereid moest zijn om in te zien dat voor mezelf kiezen vaak betekent dat ik precies het tegenovergestelde moet doen van hetgeen dat het Ego me ingeeft. Mijn manifeste verlangens zijn veelal de vertroebelde versies van wat ik werkelijk nodig heb voor mijn zelfbehoud, ontwikkeling, groei en geluksmomenten.
Onlangs dronk ik iets in mijn stamcaf�. Plotseling wist ik heel zeker dat de man waar ik verliefd op was, een straat verderop in een bepaald caf� zat. Hij is daar geen regelmatige bezoeker en er was geen enkele aanleiding voor mij om te veronderstellen dat hij daar was maar evengoed wist ik het zo zeker alsof iemand het me had verteld. De verleiding was enorm groot om me naar hem toe te reppen. Maar uiteindelijk besloot ik het niet te doen. Ik bedacht dat we in het ergste geval ruzie zouden maken en in het beste geval opnieuw de nacht samen door zouden brengen, maar dat ik in geen geval zou krijgen waarnaar ik werkelijk verlangde; zijn liefde en de onbezorgde vreugde die de eerste weken na onze ontmoeting kenmerkten.
Sinds ik me heb overgegeven aan het synchronistische principe wordt het meer en meer een kompas waarop ik leer te vertrouwen. Hoe ontvankelijker ik word om de gelijktijdigheid die zich aandient te interpreteren en voor de vorming van mijn leven te gebruiken, des te frequenter openbaart synchroniciteit zich. Het ontroert en verwondert me dat ik altijd en overal in contact sta met het collectieve onbewuste en met energetische krachten die ik niet kan bevatten maar die evengoed richting geven aan mijn pad. Hoe alleen en verlaten ik me soms ook voel; ik hoef me slechts naar deze oeroude bron te wenden om mijn levensvreugde en zingeving uit te putten.