Passages 3

5 juni 2011
2 minuten leestijd
856 gelezen

Hij heeft haar bezwangerd. Geen stap kan ze zetten, geen blik kan ze werpen zonder te schrijven. Haar hoofd is zwaar, pijnlijk gevuld met nutteloze zinnen die smachten naar vereeuwiging op papier. Zoveel triviale gedachten die het denken nauwelijks waard zijn, die ze uit wil gummen al voor ze zich vormen, maar die sterker zijn dan zij.
Natuurlijk laat hij haar weer in de kou staan. Niet dat het uitmaakt. Als hij het haar niet doet, dan zij hem wel. Ze lijken akelig veel op elkaar. Hij wil bepalen of, wanneer en hoe ze elkaar zien. Zij wil ook dat hij dat controleert maar dan wel precies op haar wensen afgestemd. Ze wil hem niet te vaak maar ook zeker niet te weinig ontmoeten. Ze verlangt naar de veiligheid van regelmaat, maar hun afspraken moeten wel impulsief en spontaan tot stand komen. Ze wil dat hij haar openlijk begeert, maar straft het minste zweempje afhankelijkheid ongenadig af. Ze is onmogelijk, en ze weet het.
Hij ziet haar als een atypische vrouw. Een even heerlijk als onterecht compliment. Haar DNA zit juist tjokvol typische vrouwelijke wensdromen die ze vruchteloos probeert te elimineren. Ze vecht non-stop tegen deze overleverde collectieve verlangens die niet de hare zijn, die indruisen tegen haar levensfilosofie, maar die evengoed nog steeds de basis vormen voor haar primaire gedrag en reacties. Hij is opmerkzaam, veel scherper dan anderen en betrapt haar vaak op echte meisjestrucjes; de dingen die ze zegt, schrijft of doet die in tegenspraak zijn met wat ze wil en hoe ze zich profileert. Onbedoeld wrijft hij haar neus door de oude vaderzonden.
Ze stelt hem keer op keer teleur. Van die confrontaties krijgt ze buikpijn. En de onbedwingbare neiging zichzelf uit te leggen. Na iedere botsing met hem, begint ze hoopvol aan haar eigen handleiding. Alsof ze er deze keer wel in zal slagen zichzelf als een lineair, overzichtelijk en onderhoudsvrij project te presenteren. Ze haat wat hij onbewust in haar hoofd los maakt met dezelfde overgave waarmee ze geniet als hij haar lijf bespeelt. In bed zijn ze voor elkaar gemaakt.
Hij is de eerste man die haar in totale vergetelheid onderdompelt en in puur zintuiglijke staat van zijn brengt. In zijn armen zijn er geen woorden die haar hinderen, geen verwachtingen waaraan ze moet voldoen, geen rollen die ze hoeft te spelen. Hij maakt haar oer en eerlijk. Geen zucht, kerm of schreeuw kan ze liegen. Geen orgasme hoeft ze te verstoppen. Het doet er niet toe of hij haar slaat of liefkoost. Of hij haar voorzichtig en teder neemt, of zo hard en diep dat hij haar gillende tranen in zijn handen moet dempen. Hij kan haar beminnen, verscheuren, verpulveren, offeren zonder dat ze hem of zichzelf nog onder het mom van de liefde hoeft te verexcuseren. Ze houdt net zo min van hem als hij van haar. Maar ze bevrijden elkaar.

Vorig artikel

Passages 2