Bevestiging als zielsvoeding

4 januari 2008
15 minuten leestijd
366 gelezen

Al dat gedroom tijdens de heilige nachten is enerverend. Terwijl aan de ene kant mijn dagen meer dan gevuld zijn met klussen voor opdrachtgevers, loopt mijn hoofd gelijktijdig over van nieuwe indrukken en vraagstukken die doordacht en opgelost moeten. Tijdens mijn eerste kom koffie rond een uur of vijf deze ochtend, vraag ik me af wat vriendschap voor mij nu eigenlijk precies inhoudt.

Als ik om me heen kijk, dan zijn vriendschappen nogal eens lange relaties die al in de kinder- of schooltijd zijn begonnen en waar erg aan wordt gehecht. Hoe langer het duurt, hoe groter de waarde, lijkt het credo. Als buitenstaander zie ik vaak mensen die ogenschijnlijk niets met elkaar gemeen hebben maar elkaar toch beste vriend noemen. Zelf heb ik zulke vriendschappen niet. Toen ik ruim tien jaar geleden naar Canada verhuisde, was ik opgelucht dat ik alles en vooral, iedereen achter me kon laten. Van sommige mensen uit mijn jeugd vraag ik me nog wel eens af, hoe het ze is vergaan. En net als iedereen word ik wel eens overvallen door een zoet heimwee naar voorbije tijden. Maar redenen om oude vriendschappen nieuw leven in te blazen, zijn het voor mij niet. De lijm van gedeelde herinneringen heeft bij mij te weinig kleefkracht.

Vriendschap en liefde
Ik ken heel erg veel mensen. Als ik nadenk over hoeveel mensen, dan krijg ik het soms Spaans benauwd. Maar hoe graag ik de meesten ook mag, en hoe lief velen van hen me zijn, toch noem ik het geen vriendschap. Vriendschap komt voor mij direct na liefdesrelatie. In wezen stel ik vriendschap gelijk met liefde, en is het enige verschil dat ik met mijn vrienden niet vrij. Hoewel bijna al mijn vriendschappen met mannen daar wel beginnen, moet ik er eerlijkheidshalve aan toevoegen. Dan is dat maar uit de weg.
Deze mensen, zowel vrienden als minnaars en samen meestal minder dan een handjevol, zijn de enige van wie ik me werkelijk iets aantrek. Waar ik de mening van anderen over mij voor kennisgeving aanneem, raakt hun goed- of afkeuring me diep. Ik heb hun bevestiging, aandacht en liefde nodig. Mijn kringetje van intimi is altijd erg klein is, groeit nauwelijks maar wisselt wel om de zo veel tijd van samenstelling. Als er een moment komt, dat ik merk dat we elkaar eigenlijk al een tijd niet echt meer iets te zeggen hebben, of dat ik steeds minder zin heb mijn �zorgplicht� na te leven, dan weet ik dat er iets aan schort � en tot dusver ben ik er nooit voor teruggeschrokken daar mijn conclusies uit te trekken.

Gebrek aan bevestiging
Net als relaties zijn vriendschappen bijna per definitie ongelijkwaardig: het belang van de een is bijna altijd groter dan dat van de ander. Dat hoeft geen probleem te zijn maar vaak wordt het dat toch. Mijn vriendschappen met vrouwen lopen hoofdzakelijk stuk op vertrouwensbreuken, en soms omdat onze wegen zich letterlijk of figuurlijk scheiden. Met vriendinnen die in een huisje-boompje-kindje-situatie belanden, heb ik bijvoorbeeld vaak al snel niet veel meer te bespreken. Ik vind kinderen meestal lief, en soms zelfs interessant, maar het voortdurende gekeuvel over het wel en wee van zo�n spruit is aan mij niet besteed, diens voortdurende aanwezigheid al helemaal niet. Ik wil best een keertje oppassen of een middagje samen met de kids op pad, maar als ieder contact in het teken van zo�n hummel en ouderlijke trots komt te staan, neem ik de benen. Evengoed duren mijn vriendschappen met vrouwen overwegend toch een stuk langer dan die met mannen.
Waar vrouwen elkaar van nature bijna voortdurend bevestigen, zijn de meeste mannen daar allesbehalve scheutig mee. Mijn vriendschappen en relaties met mannen lopen dan ook vrijwel allemaal stuk op gebrek aan bevestiging.

Tussendoorcontact
Wat me daarin het meeste stoort, is de vaak bijkomende onbereidwilligheid tot het sluiten van een compromis. Navraag leert al snel, dat zij dit �tussendoorcontact� nogal eens zien als inboeten op hun onafhankelijkheid en vrijheid. Een van de opmerkelijkste dingen die een man ooit tegen me heeft gezegd was: �Als je het beter had gespeeld, dan was ik knetterverliefd op je geworden en helemaal voor je gegaan.� Hij had gewild dat ik me veel afstandelijker had opgesteld, hem eerst flink had afgewezen en hem zo de kans had gegeven mij stapje voor stapje en met veel strijdgeweld te veroveren.
Voor mij is dat onbegrijpelijk. Ik kan daar niet bij. Ik heb de regels van dat spel nooit onder de knie gekregen, en was me van het bestaan ook heel lang niet bewust. Na het ervaren van twee grootse liefdes, waarvan de eerste een levensbedreigende ziekte had en de vergankelijkheid van alles voortdurend over mijn schouder meekeek, en de tweede tijdens een vakantie tegen een kapotte koelkast aanliep en ge�lektrocuteerd werd, ben ik trouwens ook niet genegen daar nu nog kostbare tijd mee te verdoen.

Geen compromis
Die verhouding was in dat, en tal van andere opzichten wel een eye-opener. Ik moet daar nu erg om lachen want ik was als een kind dat voortdurend drammerige waarom-waarom-vragen op hem afvuurde, en alles aan de praktijk wilde toetsen. Daarvoor had ik natuurlijk iemand �uitgezocht� die juist floreerde bij theorie en boekenkennis, en bovendien met een heel ander, eigen onderzoek bezig was dat haaks op het mijne stond. De antwoorden die ik zocht, gingen allemaal over de verschillen in beleving van gevoelens en emoties tussen mannen en vrouwen, en de consequenties die daaraan verbonden werden. Zo ontdekte ik uiteindelijk ook, dat hoever ik ook bereid was te gaan in mijn zelfkritiek, het toegeven van mijn fouten en de acceptatie van mannelijke voorwaarden, denkbeelden en percepties, ik van de kant van de meeste mannen geen enkel compromis hoefde te verwachten. Razend frustrerend, maar ook razend interessant vond ik dat. Waar lag dat aan? En tot hoever kon ik toegeven zonder mezelf kwijt te raken?

Vrijgevochten
Zowel bij beste vriend als woestaantrekkelijke man heb ik geprobeerd mijn behoefte aan bevestiging helemaal te laten schieten, in het kader van iemand accepteren zoals hij is. Gelijktijdig heb ik mezelf op mijn psychologische ontleedtafel gelegd, en ben met enige frequentie dwars door mijn eigen grenzen en behoeftes heen gestormd om te ontdekken wat daaronder schuil ging. Uiteindelijk worden we niet vrijgevochten geboren maar vechten we ons vrij. Dat ik daarmee ver ben gekomen, bewijst – denk ik – de mate waarin ik mijn solitaire bestaan vormgeef op basis van mijn nog steeds groeiend verlangen naar alleenzijn in plaats van de eerdere noodgedwongenheid. Toch blijkt ook dat ik mijn behoefte aan bevestiging niet helemaal kan negeren, en dat een tekort zich op den duur wel degelijk wreekt.

Zielsvoeding
Hoe onafhankelijk en sterk ik ook ben, en hoe goed mijn eigenwaarde inmiddels ook, toch heb ik het met enige regelmaat nodig te merken dat ik lief gevonden word, want daar draait bevestiging in de kern om. Lief gevonden worden is nu eenmaal een basisbehoefte zoals eten en drinken. Voor een deel kun je jezelf leren bedruipen, maar een ander deel moet je door anderen toedeeld worden. Nu kan niet iedereen me dat geven, het moet ook nog eens komen van de mensen die ik daarvoor zelf uitkies en met wie ik me (intiem) verbonden voel. Althans, wil het me op zielsniveau opbouwend aanspreken. Mijn ego vindt complimentjes en aandacht natuurlijk in alle soorten en maten fijn, maar dat beklijft niet in die zin.
Blijft die zo belangrijke bevestiging uit, dan gaat het op den duur mis. Die bevestiging is zo essentieel voor mijn wezen, dat wanneer ik toesta dat ik daarin structureel tekort word gedaan, ik mezelf afbreek tot een punt waarop ik onherkenbaar voor mezelf word. En los van de redenen waarom iemand van wie dat voor mij belangrijk is, mij niet bevestigt – en hoeveel begrip ik daar soms ook voor op kan brengen: na verloop van tijd zal ik gedwongen worden mijn conclusies te trekken, en tot een groot en pijnlijk besluit te komen. Al was het maar om de praktische reden dat mijn kring qua omvang te klein is, om me te kunnen veroorloven dat een of meerdere van hen me die noodzakelijke zielsvoeding onthouden.
Hoewel ik niet uitsluit dat mijn nood van origine hoger dan gemiddeld lag, weet ik dat ik de laatste jaren er in geslaagd ben dat in te dammen van wat ik dolgraag wilde hebben tot wat ik minimaal nodig heb. Als zelfs daar niet aan tegemoet wordt gekomen, dan moet er dus iets schrijnend mis zijn in de vriendschap of relatie, en de manier waarop we ons tot elkaar verhouden.

Van lief naar getolereerd
Als ik beste vriend niet belde, dan bleef het rustig twee maanden helemaal stil, zo heb ik net zo lang uit geprobeerd tot ik er niet meer tegen kon. Mezelf voorhouden dat het gewoon zijn manier van omgang was, en niets over de aard van onze relatie zei, leek ogenschijnlijk te werken maar deed dat uiteindelijk toch niet. Konden we in het begin van onze vriendschap uren en uren over van alles en nog wat bomen en raakten we niet uitgepraat, toen ik door kreeg dat het initiatief bijna altijd bij mij lag, werd ik onzeker. Soms durfde ik niet eens meer te bellen, bang om te storen en als opdringerig beschouwd te worden. Dat ging van kwaad tot erger tot ik �berhaupt nauwelijks meer iets van mezelf wilde laten zien en onze gesprekken meer en meer over werk begonnen te gaan. Als ik al iets van mijn gevoelsleven aan probeerde te kaarten, voelde ik onmiddellijk een brok in mijn keel, hoorde ik mijn stem monotoon worden en nam ik op voorhand al een defensieve of stoere houding aan. Uiteindelijk zag ik er dan maar van af, of smoorde het onderwerp zelf in de kiem. De zekerheid dat hij me lief en de moeite waard vond, transformeerde dus langzamerhand meer en meer in het gevoel dat ik ternauwernood getolereerd werd. En hoezeer ik ook mijn best deed het anders � en van zijn kant � te zien en mezelf uitfoeterde over mijn toenemende onzekerheid: de drempel voor ieder contactmoment werd hoger en hoger.

Lachspiegel
Niet bevestigd worden, ontaardt er uiteindelijk in dat je niet meer kunt zien wie je bent en hoe je je tot je omgeving en de wereld verhoudt, heb ik gemerkt. Het is alsof je in een lachspiegel kijkt, en dat levert nare en lelijke vervormingen op. Ik zie al maanden een onaantrekkelijke vrouw in de spiegel. Mijn kleren staan me niet, ik kan niets meer met mijn haren en ik koop me arm aan potjes dure cr�me en make-up die ik normaal niet gebruik, en die bovendien geen enkel verschil maken. Mijn ratio weet dat heus wel wat er aan de hand is, en trekt me er op cruciale ogenblikken nog wel door heen. Maar dat neemt niet weg dat er onderhuids een proces van aftakeling aan de gang is: enkel en alleen omdat er te weinig bevestiging, en dus reflectie is.
Als ik mijn ervaringen met beste vriend en woestaantrekkelijke man onder de loep leg, beide van het kaliber dat ik zonder aarzeling bestempel als van de betere, intelligente en goedbedoelende soort, dan vraag ik me af of mannen die behoefte aan bevestiging domweg niet kennen, of dat die van hen zo wezenlijk van vorm verschilt dan die van vrouwen. Hoewel ik het tegen beste vriend zo helder nooit onder woorden heb gebracht, en ik hem in die zin misschien nog enigszins moet vrijpleiten onder noemers als miscommunicatie, over het hoofd geziene afgeleiden van aan gedrag gekoppelde vragen en het feit dat hij me al een aantal jaren kent (al van voor ik noodzaak en wensdromen had gescheiden), heeft woestaantrekkelijke man dit alles van mij in een uitgebreide analyse zwart op wit gekregen. Een lange brief, notabene compleet met een heel duidelijk omschreven vraag om hulp op dit vlak, iets dat ik nog nooit eerder had gedaan. Ik dacht dat als ik maar helder genoeg formuleerde wat ik nodig had en waarom, ik het misschien ook zou krijgen. Wel, dat leverde in dit geval net zo veel op als een verlanglijstje naar de Noordpool sturen.

Bevestiging als garantie
Het is gek, maar hij koppelde bevestigen aan zekerheid, aan garanties voor de toekomst geven. Voor mij staat dat volkomen los van elkaar. Ik zal een man daar nooit om vragen. Hoe zou ik kunnen, terwijl ik weet dat een routinematige handeling als het openen van een koelkast, het einde van alles kan betekenen? En dan neem ik nog niet eens mee, dat ik zo�n ster in lange relaties helemaal niet ben, en meestal zelf degene die de kuierlatten neemt. Als gelukkig getrouwd man vond hij dat hij me alleen maar onzekerheid te bieden had, en dat stond dan volgens hem haaks op de bevestiging die ik wilde.
Die redenering deugde niet, maar als ik iets heb geleerd, dan wel dat ik mensen niet naar mijn denkniveau kan dwingen en ze liever de tijd moet gunnen daar zelf naar toe te wandelen. Jammer genoeg doen ze dat voor mij meestal veel te langzaam, of komen er nooit aan.

Fascinerend experiment
Dus dook ik moedwillig onder in het verlangen van woestaantrekkelijke man alles juist zo onzeker mogelijk te maken. Hij bepaalde, ik wachtte af. Absoluut een van mijn zwakste kanten. Ik ben een behoorlijke controlfreak, en dan met name op het gebied van wat ik niet begrijp maar wel wil leren begrijpen. Voor mij � ook in het licht van eerdere ervaringen � een erg fascinerend experiment, en daarnaast was ik er van overtuigd dat als ik hem maar tegemoet kwam en geruststelde, hij uiteindelijk wel bij zou draaien en zou gaan begrijpen dat geen enkele relatie, ook een geheime affaire niet, eenrichtingsverkeer is. Ik verwachtte dat hij me op de wat langere duur alsnog zou geven wat ik nodig heb. Maar dat gebeurde niet.

Bedreigend
Blijft het de vraag waarom het voor hem zo bedreigend was, mij te bevestigen. Uiteindelijk vroeg ik zoveel niet. Nu en dan een lief smsje of een paar regels op de e-mail tussen onze ontmoetingen door. Ik had het fijn gevonden wanneer hij af en toe een kwartiertje tijd vond voor een telefoontje, en me nu en dan eens verraste met een impulsieve actie. Is dat nou werkelijk te veel gevraagd van een man die aangeeft dat hij denkt over 20 jaar nog steeds mijn bed te willen delen, en er op stond dat ik het woord affaire verving door relatie?
Ik denk van niet. Als ik het afmeet aan de mate waarin mijn vriendinnen en ik elkaar � zowel uit heden als verleden � bevestig(d)en, dan is het zelfs lachwekkend weinig wat ik in dat opzicht van de mannen in mijn leven echt nodig heb. Een vrouwenvriendschap zou op dat rantsoen niet overleven. Dus hoe komt het dan toch dat zoveel mannen het idee hebben dat ze iets inleveren, als ze vrouwen ook maar een fractie bevestigen in hun zijn? Worden onze ego�s anders opgebouwd en in stand gehouden? Zijn mannen soms bang het respect van vrouwen te verliezen wanneer ze met enige regelmaat complimentjes uitdelen en het contact initi�ren? Want laten we wel zijn, veel meer dan dat, is bevestigen niet. En het hoeft � zo weet ik van vriendinnen en uit eigen ervaring – voor tal van vrouwen niet eens in de pasteltonen �hou van jou� of �blijf je trouw�.

Twee kenmerken
Gelukkig gaat dit niet op voor iedere man waarmee ik iets heb gedeeld. Ik kan er ook een paar bij naam noemen, die me juist regelmatig en veel bevestigden. Met hen had ik dan ook de fijnste relaties, en de meeste pret! Zowel in hun gezelschap als tijdens hun afwezigheid, voelde ik me onverminderd begeerd en uiterst vrouwelijk. Er was geen sprake van dat ik mijn kleren niet vond staan. Een paar keer woelen door mijn natte pruikje was genoeg voor een oogverblindend kapsel en de goedkoopste make-up gaf (in mijn ogen) een beter resultaat dan mijn dure potjes van nu. Opvallend is dat deze mannen allemaal over twee overeenkomstige kenmerken beschikten: ze waren van nature seksueel dominant en gelijktijdig was hun vrouwelijke kant meer dan gemiddeld ontwikkeld.

Plezierige ondeugd
Die mannen liepen niet te miepen over een telefoontje of smsje meer of minder: in tegendeel, die hielden het contact juist zo warm mogelijk. Ze wisten van die vrouwelijke nood heel bedreven hun eigen plezierige (on)deugd te maken. Ze wisselden het zoete �ik mis je� of �ik denk aan je� simpelweg in voor het vaak veel eerlijker �ik heb zin in je� of meer expliciete, erotische omschrijvingen. Ik zal niet voor de hele vrouwelijke bevolking spreken, want ik ken er ook die hier juist van gruwen, maar voor mij werkt dat geweldig. Zelfs stukken beter dan wee�ge liefdesverklaringen, waar ik persoonlijk een broertje dood aan heb. Een man mag best tegen me zeggen dat hij van me houdt, maar dan moet het wel vanuit zijn tenen komen en gepaard gaan met een flinke vloek. Daartegen word ik het nooit moe door de mannen met wie ik intiem ben op mijn seksuele aantrekkelijkheid aangesproken te worden.

Sadomasochisme
Zonder iedereen nu naar de poorten van de wondere wereld van het [[tt:sadomasochisme]] te willen verwijzen, het moge het duidelijk zijn dat deze tactiek niet alleen voor vrouwen maar ook voor mannen vruchten afwerpt. En dat het trucje is dat iedere man zonder al te veel moeite en op maat toe kan passen, zonder zich in leer te hijsen en een arsenaal zwepen aan te schaffen.
Toen ik het eens met Mars had over zijn veelvuldige communicatie en soms gepeperde berichtjes, waarin ik me verheugde maar die me vanwege de hoeveelheid ook erg verwonderden, trakteerde hij me op een van zijn vermaarde, vette grijnzen. En bekende zonder schroom: �Luister eens schatje, ik vind het fantastisch dat je overdag zo�n slimme dame bent, maar ik wil �s nachts natuurlijk wel gewoon een bereidwillige hoer in mijn bed.�

DigiGigi
Vorig artikel

Plato’s stuitje

Volgend artikel

Van de feniks en wonderland