Strompelen en struikelen

23 september 2009
5 minuten leestijd
459 gelezen

Een relatie, hoe vrij en blij ook, levert toch vooral gedoe op. Het blijft houtje touwtje-trekken tussen twee mensen, die ieder voor hun eigen belangen opkomen en zich daar voor verexcuseren door de ander te complimenteren en te bewieroken. Mijn meest recente affaire is allesbehalve een jubelende succestournee, en toch aarzel ik om er een definitieve streep onder te zetten.
Ik heb niet het voorwendsel van grootse gevoelens. Ik weet dat ik in staat ben tot intens liefhebben, en dat hij daarvoor een potentiële kandidaat is maar ik kijk wel link uit mijn vingers te branden. Gevoelens hebben geen eigen wil; die worden door mij aangestuurd. Ik kan ze richten, maar hoef dat niet te doen. Voorlopig kijk ik nog de spreekwoordelijke kat uit de boom, en onderzoek in hoeverre het klopt dat de strijdpunten van de eerste uren, de structuur voor het vervolg van de relatie bepalen – en of dat nog bij te stellen is.
Wij bevechten elkaar telkens over hetzelfde onderwerp in andere bewoordingen. Sterker, het is een klassieker in mijn geschiedenis. En het ergert me mateloos dat twee zulke slimme en intelligente mensen samen nog steeds in oude en bekende valkuilen tuimelen, zelfs al hebben we die allang geadresseerd. Hij heeft problemen met vrouwen die achteraf altijd veel meer van hem blijken te willen, dan ze in beginsel communiceren. Ik heb vooral problemen met mannen die door dergelijke ervaringen niet geloven dat ik echt geen monogame huisje-kindje-beestjerelatie wil, en die me dus altijd van een geheime agenda verdenken. Het valt niet te rijmen dat ik wel zoveel kan voelen, en toch ‘genoegen neem’ met een vrije verbintenis. Ik kan honderd of duizend keer uitleggen, dat mijn levensstijl noch mijn werk of karakter iets anders toestaan, en dat ik volmaakt ongeschikt ben om met iemand samen te leven, geloven doen ze me niet. Dat ik bovendien niet jaloers ben, en zijn affaires met anderen niet kan beschouwen als iets dat met mij te maken heeft, laat staan als iets waardoor ik tekort zou komen, gaat er al helemaal niet in.
Misschien is het ook merkwaardig – en dus ongeloofwaardig – hoe ik helemaal in iemand op kan gaan, en toch niets meer op mijn onafhankelijkheid inboet. De liefde van een vrouw blijkt voor de mannen, althans voor degenen die ik heb gekend, vooral een synoniem voor afhankelijkheid te zijn. Het is niet eens dat ze dat afwijzen, meer een kwestie dat het in evenwicht moet zijn en zij daarin bovendien de bepalende partij. Pas als hij verliefd is, (en dus afhankelijkheid jegens haar ervaart) mag zij de hare tonen. Een emotie om een emotiesysteem, dat ik erg simplistisch en vooral erg vermoeiend vind. Minstens zo beklemmend vind ik het concept dat een relatie ergens naar toe moet gaan, dat die ontwikkeling en vooruitgang moet bevatten. Ik wil eenvoudige en rustige relaties, die niet meer omvatten dan fijne avonden bomen en vrijen, af en toe een avondje buiten de deur, en nu en dan een weekendje of een korte vakantie samen. Het zal me een zorg zijn, of het ergens en waar het dan naar toe gaat.
De eerste avond dat huidige minnaar en ik elkaar ontmoetten, hebben we tot de volgende ochtend half acht aan een stuk door gepraat. Een paar dagen later hebben we voor het eerst gevreeën. Een tijdje later hebben we een avond film gekeken en vooral gezwegen. En vrij recent hebben we voor het eerst iets met SM gedaan. In basis hebben we het allemaal: we kunnen lang en goed bomen, we kunnen samen stil en ontspannen zijn, de seks is erg goed en qua SM is hij een van die zeer zeldzame mannen bij wiens dominantie ik geen enkel vraagteken plaats. We willen allebei een vrije en blije, niet monogame maar wel langdurige relatie, en toch stuiten we op problemen.
Die komen allemaal voort uit onze communicatie, en hoe we de berichten van elkaar ontvangen. Onze interpretaties zijn geladen met ervaringen uit het verleden, en ik heb op dit moment nauwelijks een idee hoe dat te voorkomen. We zijn per abuis in een vicieuze cirkel beland, waarin hij achter de dingen die ik zeg een verholen verwachtingspatroon vermoed, en ik me daartegen voortdurend probeer te verdedigen, en hem daarmee juist eerder sterk in zijn beleving dan hem overtuig van het tegendeel. Mijn ongeduld en snelheid van denken zitten me daarbij danig in de weg. Ik kan het eigenlijk niet hebben, dat hij me niet op mijn woord gelooft, of zelfs niet voorlopig het voordeel van de twijfel gunt. Terwijl ik gelijktijdig ook heel goed begrijp, dat ik ergens het onmogelijke vraag. Want hoe kun je zonder meer ergens in geloven als je levenservaring op iets heel anders duidt? In wezen kun je dat alleen maar in de praktijk ondervinden en daarvoor is tijd nodig. Misschien meer tijd dan we hebben, want ondertussen zetten we met al onze miscommunicatie wel de toon en hebben we nu een punt bereikt waarop omgaan met elkaar vooral de sfeertoon van lastig en energieslurpend geharrewar is gaan dragen.
Na onze laatste aanvaring, begint het me te dagen dat ik degene ben die haar gedrag en communicatie het meeste aan moet passen. Daar baal ik enorm van. Ik vind het eigenlijk te zot, dat ik voorbehouden aan mijn uitspraken moet koppelen om hem te bevestigen dat ik hem niet claim, en mijn spontaniteit en impulsiviteit aan banden moet leggen omdat die ogenschijnlijk in tegenspraak zijn met wat ik zeg te willen. Ik vind het verduvelde moeilijk om te accepteren dat mijn woorden niet toereikend zijn, dat we geen basisafspraken kunnen maken over hoe we beide in deze zaken staan, en dat die dan gelden zonder dat het verleden daar nog een rol in speelt. Maar ja, zo werken die dingen duidelijk niet. Op de een of andere manier zal ik moeten leren, hoe ik geloofwaardig zowel mijn grenzen als verlangens en wensen op het gebied van relaties communiceer. Dus heb ik de keuze me in geduld te oefenen met deze man, of de stekker eruit te trekken en door te huppelen naar de volgende. Die zonder twijfel net zo min zo maar zal geloven dat ik echt niet meer wil, dan ik zeg te willen. Huidige minnaar is leuk, lief, intelligent en razend aantrekkelijk. Hij lijkt een beetje op Hugh Grant, en praat ook op een bijna Brits aandoende manier. Laat ik nu een zwak voor beide hebben. Maar veel belangrijker, mijn nieuwsgierigheid naar zijn persoonlijkheid wakkert – ondanks de botsingen en de bijkomende onlustgevoelens – alleen maar meer aan. Dus ja, ik kan niet anders dan concluderen dat ik hem heel erg de moeite waard vind. Zij die nog maar even doorgaat met strompelen en struikelen, groet u.

Meest gelezen

DigiGigi
Vorig artikel

Liefde is geen werkwoord

DigiGigi
Volgend artikel

De goudkist van Evereverland