De wereld vierde feest toen de Muur in 1989 viel en er een einde aan de verschrikkelijke praktijken van de Stasi kwam. Die inlichtingendienst had op zijn hoogtijdagen zo’n 200.000 informanten: ongeveer 1 op de 5 DDR-inwoners klikte over zijn buren, vrienden en collega’s. Een kwart eeuw later zijn we hard op weg om onszelf zonder slag of stoot over te leveren aan een mondiale en veel machtigere versie van dat ooit zo gevreesde inlichtingenapparaat.
Want inmiddels weten we dankzij klokkenluider Edward Snowden, journalisten Glenn Greenwald, Ewen MacAskill en documentairemaker Laura Poitras dat de NSA en andere inlichtingendiensten alles wat wij op de digitale snelweg doen, registreren, bewaren en gebruiken. Maar alle spectaculaire onthullingen sinds juni 2013 ten spijt halen de meeste burgers toch hun brave schouders op over de grove schending van hun privacy onder het motto: ik doe niets fout, dus ik heb niets te verbergen. Dat is een wangedrocht van een redenering waar we snel vanaf moeten.
De materie van internetspionage is zo ondoorzichtig en abstract dat de meeste mensen het bezien als een aflevering van de Ver van mijn bed-show, en gemakshalve maar vertrouwen op de goede intenties van Vadertje Overheid. En dus vrijwillig meegaan in de scheve logica van machtspersonen die roepen dat het inleveren van onze privacy voor onze eigen bestwil en veiligheid is, een patriottische bijdrage aan de strijd tegen het terrorisme, zeg maar. Nou, mooi niet.
Onzichtbare oorlog
Tegen een overheid die haar burgers bespioneert, moet je optreden. Anders maakt de democratie in rap tempo plaats voor een totalitair systeem. Dat begint met de aantasting van de persvrijheid. De pers heeft als belangrijkste taak om de uitvoerende macht te controleren, te confronteren en misstanden in de samenleving aan het licht te brengen. De aantasting van de persvrijheid is al jaren aan de gang. Niet alleen in Amerika, waar journalisten die hun bronnen beschermen het risico lopen aangeklaagd te worden voor criminele activiteiten maar net zo goed in Nederland waar zich vergelijkbare voorvallen hebben voorgedaan rond bronbescherming. Door de ongecontroleerde dataspionage van inlichtingendiensten liggen journalisten overal ter wereld onder vuur. Dat heeft (zelf)censuur ten gevolg waardoor de belangrijke verhalen ons niet of veel te laat bereiken, en de machthebbers ondertussen ongestoord hun gang kunnen gaan.
Een overheid die stelselmatig de privacy van haar burgers schendt, voert eigenlijk een onzichtbare oorlog tegen de eigen onderdanen. Het zet langzaam maar zeker de verhoudingen tussen mensen op scherp en zorgt voor een verharding van de samenleving. Hoe machtelozer we worden, hoe groter de bierkaai waar tegen we lijken te vechten, des te achterdochtiger en rancuneuzer worden we onderling. Is het toeval dat sinds 9/11 de spanningen en tegenstellingen in de wereld blijven groeien, of heeft het misschien te maken met hoe het internet als centraal middelpunt van onze mondiale communicatie, stelselmatig door voor ons ongrijpbare, grote machtsblokken wordt misbruikt om onze privacy aan te tasten?
Ook gij, burger
En reken maar dat je privacy is aangetast. Wanneer je vanaf 2009 gebruik heb gemaakt van diensten van Google, Yahoo, Facebook, Microsoft, Hotmail en/of vanaf 2011 van Skype, YouTube, AOL of Apple, dan sta je in de NSA database. Punt. Dat betekent dat inlichtingendiensten onder het mom van de bestrijding van terrorisme grote hoeveelheden metadata van je hebben opgeslagen en daarmee een heel patroon van je doen en laten, wie je kent, waar je wanneer en met wie bent geweest en wat je bezighoudt, kunnen samenstellen. Dit is een deel van de informatie die dankzij Snowden bekend werd en die ook uitgebreid gedocumenteerd is terug te vinden in het boek De afluisterstaat van Glenn Greenwald.
Het spreekt voor zich dat regeringen er niet happig op zijn om de controle over onze data weer in te leveren. Amerika niet. Engeland niet. En Nederland ook zeker niet. Wat de geschiedenis ons leert, is dat de politiek voortdurend draait, verhult, ronduit liegt en de angstkaart blijft spelen zolang dat de plichtsgetrouwe burgers in het gareel houdt. Als wij onszelf niet leren beschermen tegen voyeurisme door de overheid en het recht op privacy terugeisen, dan kunnen we wachten op het moment dat iemand al die verzamelde data keihard tegen ons gaat gebruiken. Want dat is het punt: we weten niet wie, welke informatie over ons naar zich toe hengelt en wat die partijen daar nu of in de toekomst mee gaan doen.
Digitale zelfverdediging
Gelukkig is digitale zelfverdediging niet al te moeilijk om te leren. Encrypting is een relatief simpele en voor iedereen beschikbare methode om je gangen op de digitale snelweg af te schermen voor nieuwsgierige ogen en oren. Er zijn gratis programma’s om te mailen, te chatten en anoniem te surfen. Zelfs als je niet beducht bent voor inlichtingendiensten, dan nog loont het om jezelf goed te leren beschermen tegen opdringerige bedrijven en internetcriminelen. Dat is je recht. En dat is je plicht. Snowden riskeerde zijn leven en deed zijn onthullingen omdat hij aanvoelde dat we op een cruciaal keerpunt in de geschiedenis staan. Nu is het aan ons.