In een medische beoordeling die ik vandaag van het UWV kreeg, staat een zinnetje dat me dwars zit. Omdat ik in een paar uur een boek uit kan lezen en omdat ik games speel, heb ik volgens hen geen concentratieproblemen. Daaruit blijkt maar eens weer hoe slecht autisme wordt begrepen.
Ik lees al sinds mijn kindertijd. Ik ben opgegroeid in het pre-internet tijdperk en dus was de bibliotheek mijn Mekka. Als kind en als tiener haalde ik meerdere keren per week de maximale hoeveelheid boeken. Ik las ieder vrij moment. Als ik weer eens thuis kwam met fikse hoofdpijn na een schooldag, wat vaker wel dan niet gebeurde, dan kroop ik in een boek. Wanneer mijn moeder er op stond dat ik buiten ging spelen met andere kinderen, dan rende ik naar een verstopplek bij een grote boom net uit het zicht van het ouderlijk huis, waar ik een plastic tasje met boeken bewaarde. Lezen was voor mij de enige manier om de drukte en spanning te tackelen.
Bovendien was het een goede manier om anderen op afstand te houden: de meeste mensen halen het niet in hun hoofd om iemand te storen die met haar neus in een boek gedoken zit. Eenmaal in een verhaal gezogen, ontspan ik. De personages worden mijn nieuwe beste vrienden. De woorden en zinnen zijn overzichtelijk en logisch. En rustgevend gestroomlijnd en begrijpelijk. Ik heb honderden, zo niet duizenden boeken gelezen en veel van mijn kennis over mensen en gedrag daaraan ontleend. De meeste van mijn boeken herlees ik meerdere malen. Zoals je op bezoek gaat bij oude vrienden. In mijn boeken duik ik onder en sluit de wereld buiten. Lezen is voor mijn brein een herstelmechanisme. En zowel lezen als schrijven zijn voor mij net zo belangrijk als ademen, eten en drinken. Gamen is dat niet.
Gamen
Ik speel games omdat het een sociaal leven is dat ik aan en uit kan zetten wanneer ik wil. Ik wandel rond in MMORPG’s, verken virtuele werelden en praat met andere gamers. Ik houd ervan om op mijn gemak door de verschillende landschappen te struinen, alles te onderzoeken en materialen te vergaren door hout te hakken, bloemen en planten te plukken of door mijnen te ontginnen. Ik vind het leuk om paarden of dieren te temmen en te trainen. Of op een boot de zeeën te bevaren en te vissen.
Maar ik heb niet altijd de vereiste concentratie voor gamen. Ergo; om te gamen moet ik me vrij goed voelen. Als mijn hoofd te vol en te mistig is, dan kan ik vaak de meest simpele taken in zo’n spel niet volbrengen. Bovendien heb ik dan geen energie om met anderen te communiceren. Mijn virtuele leven spiegelt in die zin mijn real life sociaal leven.
Ik heb nu al twee weken nauwelijks gespeeld. Dat loopt parallel met het feit dat ik me niet zo prettig voel. Ik slaap slecht, droom naar en sta met hoofdpijn op. Ik pieker over van alles en nog wat, maar vooral over het feit dat ik hulp nodig heb zonder precies te kunnen benoemen wat die hulp is. En dat de paar praktische zaken waar ik ook ondersteuning bij nodig heb, eigenlijk te acuut zijn om lang op een wachtlijst te kunnen staan. Dus maal ik maar door, op zoek naar een manier waarop ik die dingen toch zelf kan doen. En met al die drukte in mijn hoofd, heb ik geen ruimte voor uitstapjes in Final Fantasy XIV. Dus lees ik.