De dag kriekt nog nauwelijks als ik al naast mijn bed sta. Voor het slaapkamerraam rek en strek ik, geeuw de laatste slaap uit mijn lijf. In de verte staat een paard nog te dromen,
Hij snurkt een beetje. Zijn lange lijf ligt schuin in het grote bed. Zijn voeten vallen onbedekt over de rand. Een pufje wordt afgewisseld door een korte, tevreden kreun. Dan gaat er weer een boom