De avond valt. De laatste uurtjes van de zondagavond zijn aangebroken en vervullen me als altijd met rust, overpeinzingen en een klein beetje weemoed omdat het weekend bijna voorbij is. Hij stelt voor om een
Uitgeput wankel ik op mijn benen. Mijn polsboeien zijn bevestigd aan de haken in de muur en weerhouden me er van door mijn knie�n te zakken. Hij ligt op het bed tegenover me en kijkt
Kreunend draai ik me weer om. Een uurtje slapen voor het stappen is nog nooit een succes gebleken. Ik wordt wakker uit een diepe droom en in mij schreeuwt het protesten. Hij stoot me aan.
“Denk je dat je kunt leren wandelen?” Plotseling alert kijk ik hem aan. “Ik heb zitten denken over hoe je mee zou kunnen naar Roemenie deze zomer.” Ik weet niet goed hoe ik moet reageren.
Uitgestrekt liggen we naast elkaar op matrasjes in het midden van de kamer. Een beetje slaperig knipperen we tegen de zon. Alle twee moe van het vroege opstaan en duf van een borreltje in de
Een half uur te laat bel ik aan. De koffie geurt al door het huis als Ice Tease me binnen laat. Half tien, zaterdagochtend. Rode randjes in zijn vermoeide ogen. Een ongeschoren, bestoppelde kin waar
Met mijn hoofd in mijn handen gesteund luister ik naar een rockballad op de radio. Geen woorden, alleen maar ragfijne snaarakkoorden. Ice Tease is net naar bed gegaan. We hebben meer emails uitgewisseld over de
Een dag met hindernissen. Anders kan ik het niet noemen. Het begon er allemaal mee dat ik gisteren van Ice Tease hoorde dat hij een afspraak had gemaakt voor vrijdagavond. Na alle hoogtepunten die we
Bij hem glippen de uren als zand door mijn vingers. Telkens weer schrikken we van de tijd. We vertrekken dan ook een bijna een uur later dan gepland richting Bussum die avond. Als we aankomen