Niet meer kwijt

27 mei 2002
3 minuten leestijd
317 gelezen

Wat weg is raak je nooit meer kwijt. Die zin, afkomstig uit een nummer van de Nederlandse band Van Dik Hout, speelde ineens door mijn hoofd, toen ik al anderhalf uur vergeefs trachtte om de slaap te vatten. Ik weet niet waarom juist die zin zich ineens aandiende. Het zette me tot denken. Over hoe verleidelijk het is, om vast te houden aan de verliezen die je hebt geleden. Uiteindelijk verlies je iets of iemand maar een keer, en alles wat er daarna gebeurt, is helemaal van jou. Al het verdriet, het zelfbeklag, de herinneringen, het gemis, de rouw. Helemaal van mij. Voor zolang als ik het wil hebben.

 

Ze zijn ineens weer om me heen. Ik heb ze maanden en maanden niet gezien, en ik merkte hun afwezigheid niet op, tot ze weer zichtbaar voor me werden. De witte nachtvlinders, de aankondigers van vernieuwing en verandering. En het verbaast me allang niet meer, dat hun timing perfect is. Ik verheug me.

 

Ik heb mijn eetgewoonten ongeveer 180 graden op zijn kop gegooid. Ik heb al maanden een groeiende weerzin tegen het eten van vlees. En ik denk dat ik mijn laatste vleesmaaltijd een poosje terug al gegeten heb. Ik kan me er niet toe zetten om een slagerij binnen te gaan, en in plaats daarvan heb ik temp� en tofu in huis. Samen met het vlees heb ik ook suiker, chocolade, boter en vet grotendeels uit mijn keuken verbannen. Ze hebben plaats gemaakt voor liters water, fruit, groenten, salades, granen en zuivel. Ik voel me er geweldig onder. Evenwichtiger. Prettiger in mijn vel. Vrolijker.

 

Sinds vandaag ben ik de trotse eigenaar van een tuintje op het balkon. Ik heb de hele middag met mijn handen in aarde zitten te wroeten, en ik heb genoten. Het is een verrukkelijk allegaartje van oubollige geraniums, – die ik uitgebloeid en afgedankt bij een bloemist in de achtertuin vond en mee mocht nemen -, tot een kiwi, een papaver en een prachtige en verrukkelijk geurende basilicum aan toe. Ik weet inmiddels hoe ik gember en citroengras kan kweken, en dat ga ik dit weekend doen. Het balkon is nu een verrukkelijke plek om te toeven geworden, en het luidde ook iets nieuws in. Ik heb vaak aan de momenten, die ik met TZ op zijn balkon doorbracht, gedacht. En voor het eerst was het een herinnering zonder emotie of gevoel. Het waren objectieve herinneringen, zoals ik er talloze heb aan het verleden. Een registratie van dingen die je al eens heb gedaan. Op een andere tijd, op een andere plaats en in ander gezelschap.

 

Ik heb mijn computer verplaatst. Die staat nu vlak voor de openslaande balkondeuren, zodat ik mijn ochtendritueel van koffie verkeerd met email in de buitenlucht kan doen. Ik verheug me op hele vroege ochtenden, als de zon net op is en de dauw nog op de bomen in de achtertuin van de buren ligt. Het is een oase van groen hier, en ik verwonder me dagelijks over de schoonheid ervan. Ik woon in de kruinen van de bomen.

 

Nu ben ik in het holletje van de nacht wakker, en ik schrijf om nog even uit te stellen wat ik moet gaan doen. Ik heb er lang over nagedacht, en vaak getwijfeld of het goed is. Of ik het echt wil. Ik werd telkens een beetje paniekerig verdrietig als ik er aan dacht, hoe het zonder ze zou zijn. Maar het is tijd. De hoogste tijd. Drie keer TZ in een lijstje moeten uit het zicht verdwijnen. Hij is ruim twee�nhalf jaar geleden zonder omkijken uit mijn leven gestapt. Nu ga ik de deur dicht doen.

Meest gelezen

DigiGigi
Vorig artikel

200% beter

DigiGigi
Volgend artikel

Toverdromen