Ik ben als het klimaat

5 mei 2006
2 minuten leestijd
316 gelezen

Waarom kunnen de weersovergangen in dit land toch nooit eens een beetje geleidelijk gaan? Overwoog ik afgelopen maandag nog de verwarming weer open te draaien, vandaag vallen de spreekwoordelijke mussen – in Amsterdam allang ‘out numbered’ door de exotische parkieten – weer uit de goot. Het verschil voelt al gauw een graadje of zeventien, misschien wel meer. Precies weet ik het niet. Zoals ik niet aan weegschalen of horloges doe, heb ik ook geen thermometer aan de balkonmuur.
Buiten is het veel te heet. Ik schrijf met wrevelige vingers mijn plannen op mijn royaal geoliede buik. Geen gelukzalige en slaperige middag in de buitenlucht, geen stralend, door de zon aangemeten uiterlijk. Weer een lange, wat landerige middag achter de computer waar duizend-en-��n vervelende maar niet te vermijden administratieve klussen al een tijdje om aandacht schreeuwen. Ik zou de bamboeblinden moet sluiten om de warmte buiten te houden. Maar ik was te lang zonder zon. Ik weet dat alles nu verkleurt. En ik moest vandaag echt zuigen omdat mijn blote, luie schrijfstervoeten een duidelijk spoor in het stof op de oude, houten vloer achterlieten.
In de tuin heeft een geweldige groenexplosie plaatsgevonden. De kruiden passen na een week al nauwelijks meer in hun potten. Boven de vijver zoemen angstaanjagend grote zwerven muggen er bloeddorstig op los. ’s Avonds leef ik in de duisternis buiten of in verstikkende warmte binnen. Deze keer zouden ze me werkelijk met zijn allen op kunnen slobberen, zo ik ze de kans geef. Als alles zo driftig bloeit en groeit bij de gratie van dit recalcitrante klimaat, dan ik ook. Het is dus helemaal niet vreemd, dat ik zo’n heftig typetje ben, stel ik vergenoegd vast.
Het is gewoon waar. Ik ben extreem. Niet een beetje maar in alles wat ik doe. Ik doe niets half of een beetje. Heb ik zin om een middag te lezen, dan is een boek nooit genoeg. Wil ik alleen zijn, dan zie ik soms twee weken niemand. Ben ik aan het schrijven, dan weet ik niet van ophouden. Een uurtje luieren en niets doen, wordt bij mij zo maar een week. Ga ik schoonmaken, dan verander ik altijd en passant ook even de hele inrichting. Geef ik een etentje, dan kan iedereen direct drie dagen aanschuiven.
Als ik blij ben, dan ben ik extatisch. Ben ik verdrietig, dan duik ik zo twee dagen grienend onder de dekens. Zit ik op mijn praatstoel, dan klets ik aan een stuk door. Heb ik een rustige bui, dan trek ik mijn mond niet open. Ben ik uitgelaten, dan huppel ik door de straten. Ben ik vrolijk, dan spreekt iedereen me aan. Ben ik kalm, dan word ik onzichtbaar.
Ik rook als een ketter. Ik ben altijd de laatste die het caf� uitrolt. Een weekendje weg kan tot een permanente verhuizing leiden. Een paar chats tot een ‘emigratie’ naar Canada. Een one-night-stand wordt over nacht zomaar een grootse liefde.
Dus ja, ik ben als het klimaat. En mijn weerbericht is heel het jaar dezelfde: nu en dan bewolkt, altijd kans op onstuimige buien afgewisseld met stralende, warme periodes en nu en dan een hittegolf of een tornado. U doet het er maar mee.

Meest gelezen

DigiGigi
Vorig artikel

Beschuitjes eten

DigiGigi
Volgend artikel

Hem herinneren, is mij herinneren