Weer thuis begint ons samenspel van de woonkamer omtoveren in ons eigen kleine paradijs. Hij steekt de kaarsen aan terwijl ik warme chocolade melk voor mezelf maak en voor hem een drankje inschenk. Muziek, een stapel kussens en het dekbed. Ik rol me genoeglijk in de dekens aan zijn voeten en een poosje wisselen we gesprekken af met kussen en knuffels.
Ik voel mijn ogen een beetje zwaar worden maar toch ben ik niet echt moe. Mijn aandacht voor zijn woorden verslapt en ik dwaal af naar het oergevoel in mij dat roept om overgave. Langzaam zak ik wat lager en laat mijn handen van zijn knie�n glijden. Waar het vandaan komt weet ik niet, maar ineens lig ik wijdbeens geknield aan zijn voeten, mijn bovenlichaam rust tussen mijn benen, mijn voorhoofd rust tegen de vloer en mijn handen strekken zich langs mijn hoofd uit naar voren.
Ik hoor zijn adem stokken. In me daalt een diepe rust neer. Dit voelt zo goed. Hij noemt me kleintje en dat is precies hoe ik me voel. Klein, van hem en van hem alleen en toch met een ongekende kracht in mezelf. Kracht die hij me geeft. Hij aanvaardt het geschenk met de gratie en openheid die ik zo in hem bewonder en respecteer. Hij lijkt altijd in staat om zijn diepste gedachten te verwoorden. Hij streelt me, koestert me, plaagt me, pijnigt me en brengt me over toppen waar ik het bestaan nooit heb kunnen vermoeden in een rust, een zelfverzekerdheid en met zoveel warmte, liefde en eerlijkheid dat het me tot in het diepst van mijn ziel raakt.
Lange tijd later, was het een half uur, een uur, twee uur?, helpt hij me omhoog en leidt me naar het bed. Installeert me in het midden en bindt me aan de touwen die sinds de eerste spread eagle daar hun plekje nooit meer hebben verlaten. Aan het voeteneinde kijkt hij op me neer. Ik beantwoord zijn blik van onverbloemde lust met een die niet voor de zijne onderdoet. Ik herken mezelf in zijn ogen.
Pijn is een begrip geworden waarvan ik de betekenis langzaam leer kennen. Hij speelt me de klemmen op mijn tepels. Trekt aan het kettinkje dat ze verbindt. Ik kronkel onder zijn handen en smeek om meer. Ik voel zijn handen overal. De tel van de hoeveelheid wasknijpers die hij op mijn lippen bevestigt ben ik al lang kwijtgeraakt maar het zijn er veel. Hij verbindt de tepelklemmen aan de knijper op mijn klit en leunt terug om te kijken om te kijken hoe ik reageer. Ik kronkel nog feller. De pijn is bitterzoet en het genot intenser dan ik ooit heb gevoeld. Zijn lippen op de mijne. Zijn handen over mijn lijf. Ik smeek om meer. Ik herken mijn eigen stem niet. Hij reageert op mijn geluiden met de zijne. Bedekt mijn lichaam met het zijne. Ik ben verdwaald. Er is geen gisteren of morgen. Er is geen tijd, geen ruimte. Er is alleen maar hij. Ik bedel. Ik neem het waar met verbazing die niets met mij te maken lijkt te hebben. Ik smeek hem om verlossing en als hij de woorden zegt laat ik me gaan in een alles overheersend orgasme. Ik begrijp niet wat er gebeurd en geef iedere poging tot begrip op. Het is niet belangrijk. Niets is belangrijk zolang hij maar hier is….