Afrodisiacum

18 april 2002
5 minuten leestijd
328 gelezen

Hij liep een eindje verderop in de straat. Ik sloeg de hoek om, gewapend met een gesneden Kloosterbrood, – uitgezocht omdat het zo goed past bij mijn onderzoek naar het leven in de Middeleeuwen in Amsterdam – en daar wandelde hij zomaar binnen handbereik. Ik keek naar hem als was hij een fata morgana en ik vertraagde mijn pas, terwijl mijn hart schreeuwde, dat ik moest rennen om hem niet te laten ontglippen. Hij bewoog zich gelijkmatig en rustig voort, zijn loop en postuur zo bekend, zijn grijze haren mijn baken van herkenning en van mijn bitterzoet verlangen. Hij droeg een blauwe jas en bruine schoenen waarvan ik me niet had kunnen voorstellen, dat hij ze ooit zou dragen. Hij passeerde mijn huis zonder zelfs maar naar de deur of naar het plaatje met mijn naam te kijken. Ik liep achter hem aan, en probeerde te klikklakken met mijn rubberen zolen, iedere stap een stille roep. �Draai je om. Zie me. Kijk naar mijn voordeur. Lees mijn naam. Erken mijn bestaan.� Ik zag hem de straat uitlopen en klemde me vast aan mijn sleutelbos. Ik wilde zijn naam brullen om hem tot omkeren te dwingen, maar vond mezelf gevangen tussen de angst voor de uitdrukking op zijn gezicht als hij het wel zou zijn, en de angst dat hij het niet zou blijken te zijn. Ik liet mezelf binnen.

 

Ik heb een elektronische brief van MT gekregen. Het is de tweede binnen vierentwintig uur. Ik twijfel aan mezelf en ik vraag me af, waarom ik blijf zoeken naar een man. Als ik denk aan �die ene�, dan schetsen de kleurpotloden in mijn hoofd feilloos een gelijkenis van TZ. Ik weet �berhaupt niet (wat doet een Duits woord eigenlijk in onze Nederlandse taal en hoe komt het dat mijn tekstverwerker er net als ik, geen synoniem voor weet te bedenken?) of ik nog wel geloof in het bestaan van mijn andere helft. Wellicht is het begrip tweelingziel niet meer dan een beeld, dat is ontstaan bij het zoeken naar het antwoord op de zin van het bestaan. Alle mensen zijn opzoek naar iets, en ik heb nog niemand ontmoet, die een bevredigend antwoord wist te geven op wat het is dat de mensen zoeken. Hoe vaak wordt deze drijfjacht niet omschreven als het vinden van geluk. Maar wat is geluk? Geluk laat zich niet omschrijven en is een leeg concept. Het is zo�n woord waarbij alle mensen een gevoel en een sfeerbeeld hebben, maar waar geen duidelijke inhoud aan toe te kennen is. Tweelingziel is net zo�n woord. En goedbeschouwd, liefde ook.

 

Ik heb nog geen enkele definitie van liefde of geluk gehoord, die mij bevredigt. Ik denk vaak dat het hele leven niet meer is, dan een verzoening met de dood. Als ik in de spiegel kijk, en zie hoe het verouderingsproces onmiskenbaar haar gang gaat en langzaam zichtbaar begint te worden, dan weet ik, dat ik niets kan doen om dat proces tegen te gaan. Ik wil het ook niet tegen gaan, maar toch schrik ik terug van de onherroepelijkheid die uitgaat van het ontdekken van een nieuw kraaienpootje of het voelen van een pijntje hier of daar. Ik kan mijn reis naar het einde van wat ik ken, niet vertragen. Ik zou haar enkel kunnen versnellen, en dat vind ik een boeiende gedachte. Ik vraag me af, of de ontwikkeling van de technologie indirect verband houdt met de zoektocht van de mensen. Ergens komt het me logisch voor dat al die wetenschappelijke hoogstandjes een gemeenschappelijk onderliggend doel hebben: het verslaan van de dood.

 

Ik wil een antwoord aan MT schrijven. Daarom heb ik de afgelopen uren mijn gedachten de vrije loop gelaten. Hij is, zoals vrijwel iedere man die zich in mijn leven aandiende, gebonden. Zelfs degenen, die ogenschijnlijk vrij waren, bleken altijd toch gebonden. Aan iemand uit het verleden of aan iemand in de dood. Ongrijpbare en daardoor verraderlijke schimmen, die sluipend de relatie ondermijnen. Mijn eerste gevoel is altijd: �ik wil iemand voor mij alleen�. Maar ik begin mezelf een beetje een drenzend kind te vinden dat zeurt om de maan. Het is niet voor niets, dat situaties als deze zich blijven aandienen, en sterker nog, waarom zou het een probleem moeten zijn?

 

Het gaat, ben ik bang, over controle. Dat is niet zo�n prettige conclusie. Dit is er zo eentje, waar ik hoofdpijn van krijg, en die maakt dat ik onder de dekens wil kruipen en de wereld aan me voorbij wil laten gaan. Ik houd van controle. Ik kan niet zonder controle. Ik wil de vinger aan de pols houden bij alles wat er in mijn leven gebeurt. En soms, als het niet goedschiks kan, dan maar kwaadschiks. Oh. Au! Een man die niet gebonden is, laat zich beter controleren dan eentje, die dat wel is. Al was het maar omdat de frequentie van de ontmoetingen in principe een stuk lager ligt, en daarmee dus de mogelijkheden om controle uit te oefenen, ook. In de praktijk zal ik me vaker naar zijn agenda buigen, dan hij zich naar de mijne. Er zullen zich niet veel kansen voordoen, waarin ik kan zeggen �vandaag komt het me niet uit, schat�. Goedgedoseerde en liefdevolle porties afwijzing zijn immers pokon voor een relatie en houden hem gretig. Inschikkelijkheid en beschikbaarheid werken veel minder goed als afrodisiacum.

 

Het meest boeiende aan MT vind ik, – buiten het niet onbelangrijke feit dat hij een prachtige stem heeft, dat hij schrijft en dat we ons in dezelfde spirituele erogene zone lijken te bevinden -, het feit dat hij psycholoog is. Dat maakt hem voor mij een erg interessante �partner in crime�. Ik hunker naar iemand die wat dieper door kan dringen tot de spelonken van mijn ziel, zonder dat ik steeds vertalingen van de route en de bezienswaardigheden hoef te schrijven. Ik veronderstel, – en misschien blijkt over een poosje dat ik het helemaal fout had -, dat ik bij MT minder risico loop om afgewezen te worden op mijn manier van denken en zijn. De meeste mensen kunnen niet echt doordringen in mijn belevingswereld, en dat kan ik ze nauwelijks aanrekenen, want dat kost zelfs mij moeite. Mensen vinden me al gauw te veel van alles, en dat is meestal niet echt een compliment. Ik schijn moeilijk bij te benen te zijn, en dat terwijl ik mezelf als vrij overwogen en rustig beschouw (dit kan ik niet schrijven zonder te ginnegappen).

 

Ik ga maar schrijven dat ik het doe. Binnenkort iets met hem drinken en als de magie haar werk doet, samen een eerste fantasie tot leven wekken.

 

DigiGigi
Vorig artikel

Voorpagina

DigiGigi
Volgend artikel

Amen